Joyce Manor - Never Hungover Again
Epitaph Records
Er is iets aan de hand in punkland. Men worstelt er met de adolescentie. Dat is toch wat je zou kunnen afleiden uit de titels en inhoud van twee essentiële punkplaten van het laatste jaar: ‘Youth Culture Forever’ van Paws en nu deze van Joyce Manor.

Voor de derde langspeler (nu ja) tekende het viertal uit Los Angeles bij Epitaph en je hoort dat die voor de verandering werd opgenomen in een echte studio, met een echte producer (Joe Reinhardt) en onder handen genomen door een echte mixer, niemand minder dan Tony Hoffer (Beck, The Kooks, Supergrass, The Thrills, Belle and Sebastian,…). Brett Gurewitz (gitarist van Bad Religion) mocht dan weer de volgorde van de nummers bepalen.
Samen levert dat tien songs op met een totale lengte van negentien minuten (zoiets als als hun debuut dus, maar toch al beter dan de negen songs in dertien minuten van ‘Of All Things I Will Soon Grow Tired’) over het onvermogen iets te doen aan de kleine hoopjes shit die elkeen elke dag moet opruimen, de spanning tussen man en vrouw, onhandige versierpogingen, eenzaamheid temidden van een groep en andere wereldproblemen.
Alles lijkt wel op een of andere manier mis te gaan en de bijhorende machteloosheid maakt Barry Johnson zowel kwaad als verdrietig, terwijl hij toch probeert de schouders op te halen en niet te laten blijken dat iets hem raken kan. Net dat maakt deze tien punksongs zo hartverscheurend.
Het lijkt wel alsof Morrissey een jonger broertje heeft die zingt bij het prille Green Day na weken geluisterd te hebben naar The Menzingers, Jawbreaker, The Descendents en Weezer.
Zo hebben de songs, ondanks hun beperkte lengte, elk hun rijkdom. In End Of The Summer is dat de harmoniezang in de achtergrond van Peter Helmis en fotografe Ariel Lebeau (die ook voor de coverfoto zorgde met daarop Francis Quinlan van Hop Along en bassist Matt Ebert); in Schley is dat een onweerstaanbare twaalfsnarenriff; in Jerk is het de feedback aan het eind en ga zo maar door.
Dat de plaat zo kort is, komt dus gewoon omdat de songs niet opgebouwd zijn als de gemiddelde rocksong van verschillende strofes, compleet met brug en (herhaald) refrein. Uiteindelijk blijkt dat net zo goed te werken. Bijna alle songs werden trouwens live opgenomen met alle vier muzikanten in dezelfde ruimte en ook dat draagt bij tot de energie van dit album.
Prima plaatje. We drinken er eentje op!
Dat pintje kunt u ook drinken tijdens een optreden in ons land. Op 10 november speelt Joyce Manor namelijk in JC Kavka in Antwerpen.