Kae Tempest - The Line Is A Curve

Virgin Records

The Line Is A Curve

Het is geen pretje op deze wereld momenteel. En geen geschikter artiest om dat allemaal perfect te verklanken dan Kae Tempest, die op ‘The Line is a Curve’ opnieuw de kritische kijk op hun omgeving in een distopisch geluidsdocument giet.

 

Tijdens de laatste reguliere Pukkelpop - die van 2019 - stormde het bij volle dag, in volle zon in de zwoele tent bij Kate Tempest en hebben we een half uur later nog een krop in de keel moeten wegslikken. Het meest prangende concert van de hele editie, waarbij een ontketende Tempest de vitriool perfect poëtisch verklankte en declameerde in een onafgebroken, striemende lament.

Je kon je afvragen of de intense grimhop wel tot zijn recht zou komen in een festivaltent, maar binnen de kortste keren sleurde Tempest je mee in een maalstroom van felle beats en krasse poëzie en vergat je willens nillens dat je op een fleurige, vrolijke festivalsite stond. Hen slingerde ons van wanhoop naar de hel en weer terug naar hoop om finaal te eindigen met "My sanity's saved / 'Cause I can see your faces / I love people’s faces" om dan met een voorzichtige en nederige glimlach een laatste buiging te maken voor het publiek en ons daar lichtjes verdwaasd achter te laten met een opwellende traan. Magistraal optreden.

En nu is hun er weer. Kate werd immers Kae Tempest, maar voor het overige is er eigenlijk weinig veranderd. De in vitriool  gedoopte ganzenveer laat de nog altijd überkritische, literaire teksten fulmineren met een hang naar noodzaak, die altijd een beetje pijn doet.  

Het is al onmiddellijk raak in openingstrack Priority Boredeom: “Any day they'll string you up / They'll hose you down, / They'll nose around in all your things / You swim, you swim, you hope to drown.” Het loont de moeite om de tekst erbij te nemen, want het leest telkens weer als een kleine roman. Of om het met een voorbeeld van dichter bij huis te schetsen: “Niets gaat ten onder”, titelde Louis Paul Boon in 1955, terwijl achter de schermen van de verraderlijke titel ambitieuze, gewetenloze schurken de plak zwaaiden. Ongeveer eenzelfde mistroostig beeld schetst Tempest in Nothing to Prove: “Nothing to prove but bread / Nothing to lose but sleep / Nothing to do but less / Nothing to want but peace”. Of in No Prizes, samen met Lianne Le Havas: “They've seen nothing but dead ends / And blockages and stopped clocks / Misread prophecies, and misheard promises / They've got to keep three jobs ticking / They can't get a minute" 

Zo kunnen we nog even doorgaan. Writer’s block mijn vestje. De klinkende metaforen en zeer visueel geladen teksten blijven je om de oren kletsen. Maar het blijft ook muzikaal boeiend, al zoekt Tempest iets vaker de vocale hulp van Grian Chattan van Fontaines D.C. in I Saw Light of Confucius MC in een zeer Spartaans ingekleurd Smoking.

Opnieuw een straf tijdsdocument met een schrijnend portret van de Britse samenleving, die davert op de huisvesten en kraakt in elke voeg. Kae Tempest weet elke zwakke plek moeiteloos te beschrijven tegen de achtergrond van een prangend en schrijnend geluidspalet. Een nieuwe aflevering in het leven van Kae Tempest. En ondanks de gitzwarte thematiek blijft hen toch ook vasthouden aan die ene sprankel hoop, die ene schicht respect. Kae Tempest was, is en blijft uniek.

15 mei 2022
Laurens Leurs