Keaton Henson - Monument

Pias Records

Monument

Keaton Henson wil troost bieden en zichzelf troosten.

De voorbije jaren heeft Keaton Henson zowat alle, de mens bekende emoties behandeld in zijn kunst. Vaak had hij het over verlies, maar nog nooit had hij het over de slepende ziekte en het verlies van zijn vader. Dat thema snijdt hij aan op ‘Monument’ dat tegelijk een ode is aan zijn vader en aan het leven na de dood.

In 2010 startte Henson zijn carrière nadat hij, aangemoedigd door een vriend een aantal songs online gooide. Zane Low en zijn collega’s pikten hem op en trokken hem uit de slaapkamer en voor het voetlicht. Hoewel, dat laatste is relatief, want Henson treedt amper op, houdt zich ver van social media en geeft zelden interviews. Hij steekt al zijn tijd in muziek, poëzie en beeldende kunst en bracht ook al een stripboek uit. Hij is dus enorm productief, al leek het er vier jaar geleden op dat hij de muziek vaarwel zou zeggen. Uit het niets bracht hij in 2016 de song Epilogue uit en daarna hing hij de gitaar in de wilgen.

Drie jaar later kwam hij terug, maar niet met een singer-songwriterplaat. Hij componeerde een heuse symfonie die hij ‘Six Lethargies’ doopte en die de bedoeling had de luisteraars de eigen angsten te laten ondervinden. Tijdens de eerste opvoering ervan werd het publiek zelfs aan monitors gelegd om het angstniveau de belichting aan te laten sturen.

Na deze intense periode verliet Henson Londen en trok hij naar Canada. Eén van de mooie resultaten van die reis is het door merg en been gaande Ontario, één van de hoogtepunten op deze plaat, waarin Henson een dot van een melodie koppelt aan een tekst over medicijngebruik en fluisterelektronica.

Na zijn reis trok Henson zich terug op het Engelse platteland. Het was daar, temidden van de natuur, dat hij de rust vond om deze erg persoonlijke plaat te maken. Eentje waarmee hij lijkt terug te keren naar de basis: stem en gitaar. Al is dat niet helemaal waar, want hij vervlocht er ook heel subtiele elektronica (van Leo Abrahams en Luke Smith) doorheen en voor drums en percussie kreeg hij hulp van niemand minder dan Philip Selway van Radiohead. Op While I Can Is de saxofoon van Charlotte Harding te horen en op het hoogtepunt van het album, het tweedelige Prayer, schakelde hij zelfs de volledige strijkerssectie van het Londense 12 Ensemble in.

Hoe dan ook, wat waren de fans lyrisch, toen in mei van dit jaar de eerste single, het breekbare Career Day, verscheen. En terecht. Ook dit is één van de highlights van het album omwille van de fantastische tekst en de prachtige samenzang met zijn vriendin Danielle Fricke. Het is één van die momenten waarin het licht door de duisternis priemt. En zo zijn er nog. Het prachtig opgebouwde en aanzwellende While I Can en de afsluiter Bygones bijvoorbeeld. Zelfs het van weemoed doordrongen Husk is door het zwierige refrein een baken van licht en troost.  

Deze songs staan in contrast met de slagschaduw die songs zoals The Grand Old Reason, Self Portrait, Bed en de pianoballade Thesis werpen. Ook het eerste deel van Prayer is behoorlijk donker, maar wanneer de strijkers invallen, lijkt het alsof hij persoonlijk zijn vader ten paradijze begeleidt. Zonder schallende loftrompetten weliswaar, maar toch.

Met deze plaat en een dichtbundel - ‘Accident Dancing’ (uit op 22 oktober) - worden het weer dure dagen voor Hensons fans, maar wat een schoonheid kunnen ze in huis halen! Onbetaalbaar.

22 oktober 2020
Marc Alenus