Killing Joke - Pylon

Spinefarm Records

Niet voor iedere jarentachtigact is een eeuwig leven of succesvolle terugkeer op het wereldpodium weggelegd. Bij veel bands ontbreekt het aan frisheid of scherpte waardoor vooral het studiowerk nauwelijks kan boeien. Killing Joke wilde uiteraard niet tot die categorie behoren en besloot uit andere vaatjes te tappen.

Pylon



In de loop der jaren bewoog de band uit Notting Hill zich van eigenzinnige new wave via industrial naar een soort van progressieve metal. Of, om het anders uit te drukken, van hitsingle Love Like Blood (1985) naar iets dat het midden houdt tussen Nine Inch Nails en Fear Factory.

Veel opvallende, muzikale kenmerken uit die verschillende stadia, zoals de zware elektronica van 'Pandemonium' (1994) en de ronkende gitaren van het tweede, naamloze album uit 2003, hebben nog steeds een belangrijke rol op recente platen. En ook op 'Pylon' zijn ze te ontwaren. Meer dan op voorganger 'MMXII' vormen ze een constant en herkenbaar geluid waarbij sommige nummers bijna naadloos op elkaar aansluiten.

Killing Joke staat ook bekend voor de maatschappijkritiek, om niet te zeggen het doemdenken. Natuurlijk is ook hieraan geen gebrek op 'Pylon'. Songtitels als Into The Unknown, New Cold War en War On Freedom zeggen genoeg. Een en ander gaat als vanouds gepaard met de nodige, duistere klanken, vertolkt door zware gitaren en elektronica. De zang van Jaz Coleman, soms slepend, dan weer met een stembandenverslindende grunt, klinkt op treffende wijze onheilspellend. Aangenaam is ook het veelal aanhoudende, hoge tempo.

De keren, dat er ietwat wordt afgeweken van het universele geluid, levert dat mooie pareltjes op. Single Euphoria is bijvoorbeeld vlot maar, dankzij een langgerekte melodielijn, tegelijkertijd dromerig. Big Buzz daarentegen is een midtemposong, die uitblinkt in eenvoud, maar door de onvermijdelijke wavegalm prima binnen de sfeer van de plaat past.

In negatieve zin zijn er weinig die opvallen. Opener Autonomous Zone en New Jerusalem zijn wat langdradig en hebben iets van een uitputtende tocht zonder doel. Al zou dat natuurlijk ook juist de opzet kunnen zijn. Maar eigenlijk missen we hier samples van tv-programma's en andere stemmen, die in het verleden nog al eens het geluidsbeeld verfraaiden en die hier, gelet op sommige van de onderwerpen, functioneel zouden zijn geweest. Net als bij een nummer als Total Invasion dat in 2003 onder meer de Irak-oorlog besprak.

Killing Joke weet dus nog steeds zware boodschappen te brengen zonder daarbij muzikaal in al te veel somberheid te vervallen. Dat leverde weer een mooie plaat op, al schijnt de felheid er wel een beetje vanaf te zijn. Duidt dat op berusting? De tijd zal het leren.

31 oktober 2015
Tino Fella