King Khan & The Shrines - Idle No More

Merge Records

Een band die elk van zijn acht albums uitbracht bij (bijna) even veel labels kan niet goed zijn, toch? Wel, fok dat! King Khan mag zich met recht en rede de koning van de garagesoul noemen.

Idle No More



De kroon van King Khan mag van bij zijn debuut uit 1999 dan wel geblutst zijn. Toch staat hij, wat ons betreft, een trapje hoger dan alle nieuwe soulzangers en zangeressen van de laatste jaren. De laatste zes jaar was het heel erg stil rond Arish Ahmad Khan en zijn (Sensational) Shrines, maar dat had zo zijn redenen.

De man zag drie van zijn vrienden overlijden in zeer korte tijd en het intensieve touren eiste een zware tol van zijn gezondheid. Hij kwam er weer bovenop in een boeddhistisch nonnenklooster ­– adres aub! – en keerde zich helemaal af van de muziek. Gelukkig riep de rock-‘n-rollduivel iets luider en is Khan terug.

Khan is met zijn Indo-Canadese roots sowieso een opvallende verschijning in het garagerockmilieu, maar op het podium schijnt het nog een pak straffer te zijn. King Khan & The Shrines staat immers bekend om zijn spectaculaire shows.

Spectaculair is ook een label dat wij zouden willen kleven op ‘Idle No More’. De plaat schudt feller dan het bubbelgat van Major Lazer, heeft een vettiger groove dan de kuif van Elvis en is opwindender dan de benen van Tina Turner in haar jonge jaren. Er is trouwens een rechtstreekste link naar Ike & Tina Turner: percussionist Ron Streeter speelde nog voor het illustere duo.

Het is duidelijk dat The Shrines  vanwege hun gedwongen pauze heel wat stoom af moeten blazen. De gitaren janken, de blazers dreunen, het orgel kreunt en Kahn dankt kermend om zijn redding (Luckiest Man), gaat tekeer tegen oorlog (Born To Die) en beweent zijn overleden vrienden (So Wild)  en het falende beleid van Obama (Yes I Can’t).

Toch verliest Khan zijn humor niet en er is zelfs plaats voor tederheid zoals in de pekzwarte plakker Darkness en de ode aan zijn vrouw Pray For Lil waarin Jena Roker de vocalen mag verzorgen (ook in Bad Boy is zij te horen).

Sinds Hannah Williams & The Tastemakers ons verzoende met soul is dit voor ons ook een zeer aangename verrassing. Khan mengt op overtuigende wijze verschillende genres zoals funk, soul, garage, rock en sixtiespop en laat in zijn ziel blikken zonder zoals Charles Bradley pathetisch te worden.

31 oktober 2013
Marc Alenus