Kishi Bashi - Omoiyari

Joyful Noise Recordings

Omoiyari

Kishi Bashi is geshockeerd en boos; kwaad omdat nieuw rechts in Amerika nog altijd gelooft dat de blanken het recht hebben al de rest te overheersen. En wat is het antwoord van de Amerikaanse multi-instrumentalist met Japanse roots? Een plaat vol liefdevolle, warme liedjes met daarop zelfs een song, die de meest overtuigde redneck zou lusten, mocht hij gedraaid worden op een countryradio.

We kennen Kishi Bashi al van ‘Lighght’ (2014) en ‘Sonderlust’ (2016), twee platen die we nog altijd koesteren omwille van de combinatie van speelsheid en diepte. En ook het vierde album van Kaoru Ishibashi gaat diezelfde weg op. De fijnzinnigheid waarmee deze artiest een antwoord biedt op de brutaliteiten van Trump en consorten is geweldig en hij levert nog goede songs af ook. Ishibashi, zelf telg van immigranten, is natuurlijk erg gevoelig voor de toenemend rechtse praat. Hij herkende parallellen tussen het huidige klimaat in Amerika en de periode net na de slag van Pearl Harbor. De overtuiging dat we moesten leren uit de geschiedenis leidde tot deze plaat en tot een film die uit zal komen in 2020.

Met die typische oosterse beleefdheid koos Ishibashi niet voor de frontale aanpak. ‘Omayari’ laat zich niet gemakkelijk vertalen, maar betekent zoiets als empathie, volgens hem het belangrijkste middel om agressie en conflict te vermijden.Hij stapte dan ook in de schoenen van Westerse artiesten en levert een plaat af vol nummers, zo onschuldig als de gewone man of vrouw in de straat. Nummers die perfect zijn voor blanke oren met hier en daar duidelijk invloeden van folk en country, zonder daarom de typische vioolklank te verloochenen.Voor het eerst liet hij ook andere muzikanten toe bij het ontstaansproces van een plaat. Zo zijn onder ander Mike Savino (Tall Tall Trees) en Nick Ogawa (Takenobu) te horen, de ene op banjo en bas, de andere op cello.  

De plaat opent met het sprookjesachtige Penny Rabbit and Summer Bear, het verhaal van een immigrant die zijn droomprinses vindt op de kusten van een overzees land terwijl F Delano, ondanks de speelse banjo, verwijst naar een interneringskamp waar Japans-Amerikanen werden ondergebracht na Pearl Harbor onder het beleid van Franklin D Roosevelt. De thema’s zijn meteen duidelijk.

Toch legt Kishi Bashi het er niet altijd zo vingerdik op. Een song als single Marigold, waarin hij terugkeert naar de van hem bekende vioolklank, gaat gewoon over de poging van twee mensen om samen te leven en ook Song For You met die prachtige gitaarsolo is een eenvoudig liefdeslied, ook al speelt het zich af ten tijde van een oorlog.

Angeline lijkt aanvankelijk eveneens een vrolijk liefdesliedje, maar gaat in feite over dwangarbeid en zo speelt Kishi Bashi het weer klaar om zowel de achteloze luisteraar als de liefhebber van diepgravende teksten te bedienen. Toch koos zijn management voor het orkestrale Summer Of ’42 als single.

Naarmate de plaat vordert, wordt de toon weemoediger met songs als Theme For Jerome (Forgotten Words) – met zijn vrouw Keiko in een gastrol – het instrumentale Meal For Leaves en Violin Tsunami, maar de verrassing komt helemaal aan het eind met Annie, Heart Thief of the Sea, een vrolijke countrysong, compleet met banjo, barpiano en cajunzang die de echte fans zich misschien nog herinneren van vroeger, maar die hier in een nieuwe versie verschijnt waarin oost en west zich verenigen in perfecte harmonie.

“That’s cool”, beamen de muzikanten aan het eind van de song en die laatste woorden van het album gelden wat ons betreft voor heel de plaat.

1 juli 2019
Marc Alenus