Kris Dane - U.N.S.U.I.

Mongrel Brothers

U.N.S.U.I.

Het zijn hoogdagen voor de Belgische sport en dan mag de Belgische muziekwereld natuurlijk niet achterblijven. Kris Dane is zo één van die artiesten die op een internationaal niveau meespeelt. Dat is op zijn nieuwe worp ‘U.N.S.U.I.’ niet anders. Geen flitsen à la Hazard of binnenkoppers op zijn Lukaku’s, maar songs die zo solide zijn als Toby Alderweireld en die zo vernuftig zijn als Witsel op ons middenveld.

We kennen Kris Dane niet persoonlijk, maar het lijkt ons iemand die niet de behoefte voelt om voor de makkelijkste weg te kiezen. Anders zou hij nooit kiezen voor Shades als eerste single. Stromae's terugkeersingle Défiler klokte af op bijna negen minuten, Kris Dane lapt daar op Shades nog eens rustig een minuut of zeven bij. Als statement kan het tellen ,maar op veel airplay hoef je dan natuurlijk niet te rekenen. Al was hem dat eigenlijk ook met zijn vorige, ‘Rose Of Jericho’, niet echt of in elk geval veel te weinig gegund. Geheel ten onrechte, want ondergetekende vond die plaat thuishoren bij de beste tien van 2014.  

Of ‘U.N.S.U.I.’ eenzelfde lot beschoren is, is nog maar de vraag. Op basis van die eerste single zouden we niet meteen geneigd zijn om te zeggen van wel. Niet dat we Shades niet goed vinden, integendeel. Maar om bij de voetbalmetaforen te blijven: vergelijk het met het tikitaka van de Spanjaarden. Leuk om naar te kijken of in dit geval te luisteren, maar het mist door de dromerigheid misschien efficiëntie. Het treft net iets te weinig doel.

Over de songs op ‘Rose Of Jericho’ schreven we al dat ze erg sober waren en op ‘U.N.S.U.I’ zijn ze zowaar nog wat meer uitgepuurd. Het kan contradictorisch klinken, maar minder sfeervol worden ze daardoor nooit. Opener All lijkt zelfs wat kaal, maar vergis je niet: het is een nummer dat keihard binnenkomt met de dreiging die ervanuit gaat. Er weerklinkt niet meer dan: “All or nothing”, en hoe vaker Dane het in die bijna zeven minuten zingt, hoe bezwerender het wordt. Uitblinken in minimalisme, heet zoiets. En dat gebeurt tijdens die twaalf nummers wel vaker. Horizon begint met enkel Dane en een Wurlitzer-piano, maar bloeit na iets meer dan twee minuten helemaal open als een zonnebloem op zoek naar de zon.

De hoes van ‘U.N.S.U.I.’ oogt zomers en paradijselijk. En als Kris Dane muzikaal ook uit dat vaatje begint te tappen, klinkt hij pas echt geweldig. Zo zijn wij echt dol op Colombo. Dane klinkt er zo zwoel dat we bijna spontaan een gin tonic zouden bestellen. Hij bewijst ook in andere liedjes als het bloedmooie Someone en afsluiter Chapel eens te meer met die hese stem een verdomd goede zanger te zijn, op de juiste momenten prachtig ondersteund door Klara Finder.

‘U.N.S.U.I.’ klokt uiteindelijk af op een uur en vijf minuten. Dat is dezer dagen veel vragen van je luisteraar, maar wie zich waagt aan de trip met Kris Dane, zal zich dat niet beklagen; knappe zanger, straffe muzikant, prima tekstenschrijver en oerdegelijke songsmid. Kris Dane kan uitpakken met een fraai visitekaartje. Zijn sound is eens te meer internationaal, maar we gunnen Dane nu vooral een grote doorbraak in eigen land. Het winnen van het WK der songschrijvers, dat is dan voor over vier jaar.

12 juli 2018
Bjorn Borgt