Lo-Fang - Blue Film

4AD

Hadden we dit al: symphonische postdubstep in een ambientjasje? Nu wel dank zij ‘Blue Film’, de debuutplaat van singer-songwriter Lo-Fang, aka Matthew Hemerlein uit L.A. Hij had er wel vioollessen sinds zijn vijfde en een drie jaar durende wereldreis voor nodig .

Blue Film



Die reis leverde hem pakken inspiratie op, maar ook veel ontmoetingen met muzikanten van over heel de wereld, zowel uit de klassieke muziek als uit de pop. Zelf is de man ook klassiek geschoold en speelt hij uiteindelijk toch elk instrument dat je hoort zelf in. Bovendien zingt hij ook en blijkt hij over een soulvolle stem te beschikken, die ook als falset aangenaam blijkt.

Op zijn debuutalbum als Lo-Fang gebruikt hij dezelfde modus operandi als bij de twee ep’s en het album ‘Hot Knickels’, die hij onder eigen naam uitbracht, maar producer Francois Tetaz (Gotye) verfijnde de werkwijze en leidde alles in betere banen.

Op opener Look Away haalt de nu dertigjarige Hemerlein meteen alles uit de kast. De song start als een popsong met klassieke toetsen en heeft een onweerstaanbaar, vaak herhaald refrein dat zich meteen in je oren vasthaakt. Halverwege switcht de sfeer naar kamerfolk wanneer hij plots de banjo bovenhaalt en het tempo abrupt ineenstuikt om nog later volop de kaart te trekken van de klassieke muziek met een warme cello en een weelderig klinkende viool in de outro.

Er valt ook te dansen, zij het eerder ingetogen. Op When We’re Fire bijvoorbeeld of op het swingende Animal Urges waarin getokkel op de viool ondersteund wordt door een elektrobeat. Meer beats nog op Light Year, maar dat heeft te veel breakbeats om echt dansbaar te zijn.

Al klinkt het allemaal ernstig bedoeld zoals de tekst van #88 onderstreept: ““An idea growing quietly from something within / Spreads quicker than the cancer”. Toch mag er ook al eens gelachen worden. Zo staat Intro over halfweg, zelfs na Interlude. En wat te denken van de cover van de Grease-klassieker You’re The One That I WantAkkoord, het nummer is, behalve de tekst, amper te herkennen. Hemerlein creëert een compleet andere sfeer dan bij het origineel, maar het nummer is zo bekend (en fout) dat hij er amper mee wegkomt, zelfs al nam hij eerder al Bulletproof van La Roux en Creep van Radiohead door de mangel. Wel geslaagd is de cover van BOY’s Boris, maar dat staat dan weer niet zo in het collectieve geheugen geprent.

De paar schoonheidsfoutjes vergeven we de man graag, want ondanks de overdaad aan verschillende instrumenten en het riskante huwelijk met elektronica, klinkt 'Blue Film' nooit geforceerd. En hij koppelt toch maar klassiek geschoold talent aan slimme pop.

10 maart 2014
Marc Alenus