Los Lobos - The Town and the City
Mammoth Records
In het bijbehorende boekje staat vermeld: “Los Lobos still are: David Hidalgo, Conrad Lozano, Louie Pérez, Cesar Rosas and Steve Berlin”. Dit staat er niet toevallig. Na al wat ze hebben meegemaakt mag het een klein wonder heten dat de groep nog altijd in die bezetting samen is. En bovendien nog prachtige platen maakt. De moord op de vrouw van Rosas door haar eigen halfbroer moet zowat het trieste dieptepunt geweest zijn in het bestaan van de groep. En ook dit drama zijn ze te boven gekomen.

Met hun nieuwste album ‘The town and the city’ evenaren ze hun prestatie uit 1992: het meesterwerk ‘Kiko’. Tussen het openingsnummer The Valley en het slotnummer The Town ontspint zich losjesweg een soort conceptalbum over de Latino’s en immigranten uit Mexico die illegaal in LA verblijven of over die generatie die er geboren is. Allen zijn ze op zoek naar hun versie van “The American Dream”. Los Lobos is zowat één van de beste rootsrock bands van Amerika en staat bekend voor hun eclectische aanpak. Terwijl het duo Hidalgo/Pérez tekent voor de meeste rocknummers en de meer atmosferische en experimentele nummers, is Rosas de leverancier van de in het Spaans gezongen Tex-Mex nummers.
Deze dualiteit stoort helemaal niet en voelt bij Los Lobos zeer natuurlijk aan, toch zeker op plaat. Hun optreden deze zomer in het Rivierenhof was voor diegenen die hen vroeger al gezien hadden nogal routineus. Of hadden de heren kennisgemaakt met de Belgische straffe bieren (zoals menige groep op tournee in België nogal eens overkomt). Op cd is daar echter niets van te merken en zijn ze sterker dan ooit.
Het onbetwistbare hoogtepunt is het nummer Little Things. Met een orgel dat zowel doet denken aan A Whiter Shade Of Pale van Procol Harum en aan Je t’aime… moi non plus van Serge Gainsbourg. Dit is het zuiverste bewijs dat simpele, eenvoudige dingen vaak de grootste schoonheid in zich verbergen. Mooi, mooi, mooi. Dit is zo’n (h)echte groep muzikanten die sober vakmanschap hoog in het vaandel houdt. Op dit album geen plaats voor egotrippers. Alles en iedereen staat in dienst van de muziek en het arrangement.
The Road To Gila Bend is dan weer een stevig rocknummer volgens het boekje van Neil Young (het is dan ook geen verrassing dat ze diens Cinnamon Girl coveren tijdens hun optredens). “Killing myself to survive” is een beladen zinsnede uit het broeierige en duister dreigende Hold On. Het desolate telefoongerinkel op de achtergrond zet de toon, de ruimte tussen de noten is al even belangrijk als de muzieknoten zelf.
De Latino nummers Chuco’s Cumbia, Luna en No Puedo Mas zetten Belle Peréz (hé, zou die familie zijn van Louie) terug op haar plaats en tonen aan al dat would-be hitparade gepeupel de enige en ware weg. Santana was waarschijnlijk op hun beurt dan weer een voorbeeld voor de wolven.
‘The Town and The City’ is niet de perfecte zaterdagavond party-plaat maar een emotionele luisterbeurt naar het hart en ziel van de Amerikaanse muziek.