Lowb - Leap And The Net Will Appear

Distiller Records

Wie "triphop" zegt, verraadt allicht zijn leeftijd. Het genre was op zich een kort leven beschoren, maar het bracht gelukkig enkele onvergetelijke groepen en artiesten voort. Tricky, die zich vandaag nog steeds vastklampt aan zijn toenmalige successen. Of Portishead, dat ondertussen ook al weer vijf jaar geleden het geweldige ‘Third’ uitbracht. En Lamb, die twee jaar geleden een halfslachtige poging deden om zich terug op te werpen.

Leap And The Net Will Appear



Of het ooit nog iets wordt tussen zangeres Lou Rhodes en producer Andy Barlow weten we allicht weer binnen vijf jaar. Maar het lijkt wel duidelijk dat Barlow zich ondertussen niet zit te vervelen. LOWB is zijn eigen speeltuin waarin hij zoveel kan spelen en knoeien als hij wil.  En spelen doet hij zeker evenzeer als knoeien op ‘Leap And The Net Will Appear’. Eerst gaf het album ons een vooruitzicht op een nieuw, boeiend en bloeiend artiestenleven. Later stierf die hoop gaandeweg in onze armen terwijl de tijd verstreek.

Laat het duidelijk zijn dat Barlow een geweldig producer is die weet welke knopjes hij moet indrukken om een fantastisch geluid uit onze speakers te doen knallen. Maar iemand had de man moeten zeggen niet te overdrijven met die wierookstokjes. Daardoor klinkt de plaat nu even beneveld als een horde hippies uit de jaren zeventig. Titels als Looking God In The EyeThe Shaman’s Wife en Wheeler Dealer Healer verraden al veel.

Dat laatste nummer is de opener van het album en doet nog het meest denken aan een rustig muurbloempje op een van de laatste platen van Underworld. Het nummer lijkt evenwel uit zijn voegen te willen barsten, maar komt nooit tot een explosie zoals Hyde en Smith dat zonder meer zouden laten gebeuren. Titeltrack Lowb mag je meteen tot diezelfde categorie rekenen.

Opvallend is Everybody waarin Barlow een eigentijdse versie van Kraftwerk lijkt te willen neerzetten. En nog niet eens zo’n slechte. Een monotone drumbeat vergezelt een oldskool vocoder en ... hier krijgen we wel de ontlading waarop we zaten te wachten. En ook nummer vier, Consecretion, trekt onze onverwijlde aandacht met zijn grootse - bijna barokke - elektronicawerk en uit middeleeuwse kerkers opgevangen stemmen.

En dan gaat het ongemeen hard bergaf met flauwe newage zweverigheid (Digital Stoneage), oersaaie ambient (Haven), pathetische Enya-lookalikes (Tears And Sparks) en misvormde folk (Inward Outburst). Bovendien klinkt het allemaal even oubollig als de chillout- en loungecompilaties van twintig jaar geleden.

Ons kan het niet boeien. We hopen voor Barlow op een triphoprevival. Of nieuwe frisse inspiratie. Wij verdrijven ondertussen de rook uit onze woonkamer en wachten op de volgende plaat.

27 juli 2013
Koen Van Dijck