Lucinda Williams - Little Honey
Lost Highway Records
Het komt zelden voor dat een artiest zo vaak zulke goede platen maakt als Lucinda Williams doet. Haar acht vorige platen zijn stuk voor stuk pareltjes, vol sublieme songsmederij op de grens tussen alt-country en rock. We kunnen er dan ook bijna op voorhand van uitgaan dat het op 'Little Honey’ van hetzelfde laken een broek zal zijn. En toch is er de vraag of Williams, intussen al meer dan twintig jaar bezig, de herhaling uit de weg kan blijven gaan.

Lucinda Williams heeft haar deel ellende gehad. Ze groeide op in een gezin dat voortdurend op de dool was en maakte op een delicate leeftijd de scheiding van haar ouders door. Ook in haar eigen relaties wilde het lange tijd allerminst lukken. Maar gelukkig voor ons kan ze over haar miserie schrijven als de beste. Resultaat zijn beklijvende songs die even diep graven als een kompel in Zuid-Afrika. Diepmenselijk en dikwijls hartverscheurend, maar aan de goede kant van de kitsch – in de beste traditie van de betreurde Townes Van Zandt.
Bovendien heeft Williams een neus voor goede muzikanten. Op haar laatste platen gooit vooral Doug Pettibone hoge ogen, een van de meest miskende gitaartalenten ooit. Wie ons niet gelooft, moet eens naar Williams’ concertplaat ‘Live @ The Fillmore’ luisteren. Pettibone is ook op ‘Little Honey’ van de partij en heeft van Williams veel vrijheid gekregen. De cd is daardoor een uitgesproken gitaarplaat geworden. Dat is al te merken vanaf de opener Real Love, een voor Williams’ doen stevige rocker, compleet met een net iets te lange, net iets te luide solo.
Het nummer zet voor de rest van de cd een opvallend opgewekte toon. Williams heeft het namelijk onlangs aangelegd met haar manager Tom Overby en dat nieuwe geluk sijpelt door in haar werk. Voorbeelden zijn het intieme Knowing, de zwoele blues van Tears Of Joy en Honey Bee en een ontstuimige lap country-punk met een heerlijk scabreuze tekst: “Oh my little honey bee/ I’m so glad you stung me/ Now I got your honey/ all over my tummy”.
Toch prijzen we ons gelukkig dat Williams het schrijven over gebroken liefdes en ander misfortuin nog niet verleerd is. Vooral het wat ingetogener werk maakt op ‘Little Honey’ het mooie weer. We vermelden Circles And X’s en het fantastische Well Well Well, met alweer een onovertroffen gitaarpartij van Pettibone. Op Heaven Blues heeft ze het, na Mama You Sweet op ‘West’, nog even over de dood van haar moeder.
Hoogtepunt van de plaat is If Wishes Were Horses, waarop een wanhopige Williams met de haar kenmerkende verweerde stem een misstap ongedaan probeert te maken. “If Wishes were horses/ I’d have a ranch/ Come on and give me another chance”.
Op ‘Little Honey’ horen we enkele opmerkelijke gasten. De legendarische Charlie Louvin en Jim Lauderdale nemen de achtergrondzang van Well Well Well voor hun rekening. Op Rarity verschijnt Susanna Hoffs, in een vorig leven bij The Bangles. De country-pastiche Jailhouse Tears is een goedgeluimd duet met Elvis Costello over nochtans serieuze zaken als alcoholisme, gebroken beloftes en dito relaties.
Dat er bij momenten mag gelachen worden met de kommer en kwel die country en het werk van Williams zo typeert, is misschien wel de essentie van ‘Little Honey’. De cd is beduidend minder introspectief dan Williams’ vorige werk. Dat is goed, want het toont aan dat Lucinda Williams, ook al heeft ze al een indrukwekkend oeuvre, nog altijd aan het evolueren is. Toch kan niemand ontkennen dat ze op haar best is wanneer ze haar hart blootlegt.