Lucky Came To Town - The River Knows My Name

Lucky Came To Town Recordings

The River Knows My Name

Rivieren inspireren, dat weet u als rechtgeaarde muziekliefhebber al langer dan vandaag. Lucky Came To Town bewijst op het uitmuntende ‘The River Knows My Name’ ten overvloede dat niet alleen de Tenessee of de Mississippi, maar ook onze Demer en Dijle een onuitputtelijke bron kunnen zijn voor een doorleefde Americanaplaat.

Voor bezieler, zanger en liedjesschrijver Kim Van Weyenbergh en de zijnen is dit langspeeldebuut de bekroning van de lange weg, die de band tot nu toe heeft afgelegd. Lucky Came To Town viert dit jaar zijn tiende verjaardag, maar is niet het eerste project van Van Weyenbergh. In 2001 al begon hij als Rain Dog - solo, maar soms ook als duo of als trio - het land af te dweilen, en mocht hij zelfs een paar keer openen voor schoon volk als BJ Scott, Magnapop, Kevin Coyne en Tucker Zimmerman.

Van Weyenbergh heeft niet alleen een neus voor beklijvende songs. Dat hij ook beschikt over een gezonde dosis lef en dito geloof in eigen kunnen, bewees hij door in die periode een paar keer met zijn gitaar de Grote Plas over te steken, om ook daar enkele optredens te versieren in New York en Chicago.  Hij hield er een aantal knappe songs aan over die later belandden op ‘Home Ground’ (’15), de eerste en enige Rain Dog-langspeelplaat, op live-ep ‘Goodbye Louise, I’m Leaving Today’ en op deze ‘The River Knows My Name’. 

‘Home Ground’ - naast ep ‘Nightwaves’ (’02) de enige Rain Dog-release - betekende zowel het hoogtepunt als het eindpunt voor Rain Dog. Meteen hierna ging Van Weyenbergh op zoek naar verwante zielen om een nieuwe band te vormen, en zijn muzikale verhalen te omhullen met fraaie, uitgekiende arrangementen. Op een paar wissels na, kreeg de huidige bezetting van Lucky Came To Town al vrij snel vorm, met behalve Kim Van Weyenbergh (zang en gitaar) ook nog Annemie Moons (backing vocals), Joost Buttiens (bas), Dimitri Laes (toetsen), Bart Steeno (drums) en Wouter Grauwels (gitaar).

De ep’s ‘This Is Lucky Town’ (’21), ‘December Sessions’ (’22), ‘Come Dance In Durango’ (’24) en ‘Goodbye Louise, I’m Leaving Today’ (’25) lieten horen hoe de band na elke release een steeds hechtere eenheid vormde, zodat een eerste volwaardige plaat niet lang meer op zich kon laten wachten. De afgelopen maanden toog het zestal dan ook een paar keer naar de Fandango Studio’s om tien liedjes in te blikken, waar producer Dirk Lekenne (David Ronaldo & the Dice, Vastenavondt, Fandango Live) zelf ook een paar keer zijn slidegitaar bovenhaalde.

Een eerste plaat van een band die al langer aan de slag is, is vaak een soort van ‘best of’. Dat is met ‘The River Knows My Name’ niet echt het geval. Het straffe is immers dat de groep heel wat songs, waarmee ze al jaren live furore maakt, simpelweg achterwege kan laten. Red Star Line en Ghost Of The Mississippi, bijvoorbeeld, twee songs die zelfs de halve finale haalden van de International Songwriting Competition, staan er net als persoonlijke favoriet Hold Back Time niet op, maar niet getreurd: ook zonder deze klasbakken slaagt Lucky Came To Town erin een samenhangend, van begin tot einde hoogstaand album af te leveren.

Die samenhang tussen de tien songs vinden we niet alleen terug in de sound van de groep, maar ook in de thematiek. Hun liedjes situeren zich zonder uitzondering ergens tussen blues, folk en alt.country, met echte instrumenten die elkaar aanvullen en mooie stemmen die contrasteren, maar elkaar net daardoor versterken. In zijn beeldende teksten voert Kim Van Weyenbergh een bonte stoet markante karakters op, mensen met littekens en krassen op hun ziel, maar met de vaste wil om te overleven. De rivier is daarbij altijd in de buurt - om hen te zuiveren van hun zonden, om hen mee de dieperik in te lokken, om hun geheimen te bewaren…

Een eerste staaltje van dat knappe stemmenwerk krijgen we in opener Ain’t No Blues, waarin de protagonist ondanks de hartzeer na een liefdesbreuk weigert kopje-onder te gaan in een poel van zelfbeklag. Het levert een majestueuze song op, die naar het einde toe zelfs bijna euforisch klinkt. Hierop volgt de aanstekelijke Lucky-klassieker Come Dance, die vorig jaar op de (bijna) gelijknamige live ep nog werd ingeleid als een liedje “over een meiske da graag danst, maar… don’t mess with her, or she’s gonna kill you.” De plaatversie wordt hier opgesmukt door een speelse piano en de zwierige fiddle van Katrien Bos.

In het meeslepende, in folk en donkere country gedrenkte Oh, Loretta beklaagt Van Weyenbergh de onfortuinlijke vrouw uit de titel, en trekt hij van leer tegen partnergeweld. Nog meer getoondichte miserie krijgen we in Hands On The Wheel, waarin een brave doch gedoemde ziel – “eyes on the road, hands on the wheel” – vergeefs speurt naar een lichtje in het duister. In Lone Wolf (Howling At The Moon), voorzien van een refrein dat meteen blijft plakken, zoekt het naar liefde hunkerende hoofdpersonage dan weer naar een evenwicht tussen zichzelf blijven en overgave. Een tijdloos nummer, net als eerste single Going Back, die met zijn mooie, harmonieuze zang en prachtige viool klinkt als een klassieker die we in de jaren zeventig of tachtig hebben gemist.

Het is gelukkig niet al kommer en kwel op deze plaat, want in Soulfire en Even Now priemen ook enkele deugddoende zonnestralen door het wolkendek. Beide nummers zijn opgewekter van toon, en bij het opzwepende Even Now – het oudste nummer op het album – is stilzitten zelfs uit den boze. Het zijn dan ook twee songs die gaan over het najagen van je dromen, over geloof in eigen kunnen, en vooral: je daarbij door niets of niemand iets in de weg laten leggen.

In het ingetogen, beklemmende Coal Blues wordt het echter weer donker. Met Red Star Line schreef de band al een liedje over mensen van hier die lang geleden naar Amerika vertrokken, om daar het Grote Geluk te vinden. In dit nummer kruipt Kim Van Weyenbergh in de huid van een Italiaanse migrant, die have en goed achterliet om in ons land te komen werken in de mijnen. De onheilspellende regels “It was August, early mornin’ / 3000 feet below ground” zeggen genoeg over hoe het daar met hem afliep. In het autobiografische New York City Nights tot slot (een oudere versie staat op ‘Homeground’ van Rain Dog) vertelt Van Weyenbergh over zijn eigen wedervaren als rondreizend zanger aan de andere kant van de wereld.

U heeft het al begrepen: ‘The River Knows My Name’ is veel meer dan zomaar een veelbelovend debuut, dit is een volwaardig en voldragen album van een hardwerkende band die niet alleen heel wat jaren op de teller heeft staan, maar gelukkig ook het geduld kon opbrengen om hun songs te laten rijpen tot ze klaar waren om in al hun glorie gepresenteerd te worden aan de wereld. Een juweeltje, niks meer, niks minder!

29 oktober 2025
Marc Goossens