Magenta - Chameleon

Tigermoth Records

Breathe steunt op fraaie kleurcontrasten. Het stutwerk komt vooral van Fry’s gitaar terwijl in de verte een hobo weerklinkt. En dan is er eindelijk een eerste vette moogsolo van Reed.

Chameleon

Turn The Tide herneemt de elegische toon van Guernica: minimalistische strijkers zijn een oceaan - met een zwervende hobo als eenzaam zeilschip - waarop de melancholische stem van Booth prima gedijt. De gitaar ontvouwt zich tot epische proporties.

Na Guernica ontpopt Book Of Dreams zich tot een tweede hoogtepunt. Een prachtig voorbeeld van hoe de harmonie tussen stemmen en instrumenten de ontwikkeling van de song bepaalt. De zoete zang van Booth en de opzwepende koorpartij zijn weergaloos.

Chris Fry bewijst op dit album uitgebreid eer aan Howe. Een akoestisch miniatuurtje mocht dus niet ontbreken. Niet even memorabel als The Clap, is Reflections niettemin erg onderhoudend en zeker geen albumvuller.

Een stuurse gitaar wijst de marsrichting in Raw. Adrenaline stijgt en bloed kolkt door een urgente orkestratie. En daar komt vette moogsolo nummer twee. De weerbarstige intro van The Beginning Of The End ligt in dezelfde lijn maar zet je op het verkeerde been, want in harmonisch opzicht sluit dit nummer eigenlijk aan bij Book Of Dreams.


De intrigerende intro van Red schept grootse verwachtingen. Spanning en ontspanning komen en gaan als eb en vloed. Fry’s solo voert ons nog even mee naar de hoogdagen van Yes – dit klinkt als de steelgitaar in Soon van ‘Relayer’. De orkestrale climax is het gepaste orgelpunt van een erg genietbaar album dat met elke luisterbeurt groeit.

De contrasten zijn door de productie van Reed goed uitgewerkt. ‘Chameleon’ verandert even vlot van kleur als een euh… kameleon. Het slanke geluidsbeeld hadden we liever wat voller. Niettemin mogen de Welshe proggers hun eerste decennium vieren met één van hun beste albums.
12 november 2011
Christoph Lintermans