Mastodon - Blood Mountain

Warner Bros Records

Metal saai, zei u? Twee jaar geleden, toen het Amerikaanse viertal Mastodon zijn tweede album ‘Leviathan’ uitbracht, daverde de metalwereld op zijn grondvesten. De band uit Atlanta, Georgia overdonderde jan en alleman met een mathmetalplaat om van achterover te vallen: complex gitaarspel, onnavolgbaar drumwerk en talloze ritmewisselingen. Allemaal met een rotvaart ingespeeld, en nog toegankelijk ook. Een progressieve metalplaat die ouderwets kon beuken, zonder te verzanden in chaos en gepingel, het was een unicum. Nu, twee jaar later, na wereldwijde erkenning, elvendertig toernees en een overstap naar major label Warner ligt opvolger ‘Blood Mountain’ in de winkel.

Blood Mountain



Laten we maar meteen met de million dollar question beginnen: is Mastodon in staat om nogmaals zo’n tour de force als ‘Leviathan’ uit de mouw te schudden? Het antwoord is zonder verpinken en volmondig: "JA!". Mastodon verlegt op ‘Blood Mountain’ met grote klasse de grenzen die het op zijn voorganger had vastgelegd.  Het bruut gebeuk heeft over het algemeen plaats moeten ruimen voor gelaagdheid en verfijning, waardoor de plaat over het algemeen een groter progrock-gevoel heeft. Maar denk niet dat de band nu ineens als pakweg Pink Floyd of (godbetert) Dream Theater klinkt: Mastodon blijft een metalband!

Opener The Wolf Is Loose maakt dit meteen duidelijk: een meedogenloze drumroffel, een retestrakke riff, een heerlijk diepe oerschreeuw, en de plaat schiet loeihard uit de startblokken. Het gitaarspel van het duo Brent Hinds en Bill Kelliher staat weer al als een versterkte citadel, en het drumwerk van Brann Dailor is gewoonweg verbluffend. Crystal Skull opent met een stukje tribaal ketelgerammel, om daarna weer aan sneltreinvaart uit de boxen te knallen. Sleeping Giant neemt wat gas terug, maar met Capillarian Crest komen we aan het eerste hoogtepunt van ‘Blood Mountain’: het instrumentale middenstuk bevat zo geschift veel tempowisselingen dat het lijkt alsof je de fast forwardknop hebt ingeduwd. Technisch meesterschap, heet zoiets. Het eigenaardigste nummer op ‘Blood Mountain’ is vast en zeker Bladecatcher, dat van de ene seconde trage, slepende stukken afwisselt met hypersnelle speedriffs, en onverstaanbaar vervormde vocalen laat horen.

Het tweede deel van de plaat laat een meer gecontroleerde, minder manische kant van Mastodon zien. Colony of Birchmen, met Josh Homme van Queens of the Stone Age als gastvocalist, kan je zelfs als een echte song beschouwen. Hunters of the Sky, Hand Of Stone en This Mortal Soil bezitten niet de waanzin en experimenteerdrift van de eerste helft van Blood Mountain, en zouden zonder problemen op ‘Leviathan’ kunnen staan. Maar dat is geen belediging, integendeel. Stuk voor stuk zijn het nummers waar de klasse vanaf druipt. Wanneer afsluiter Pendulous Skin de revue gepasseerd is, laat ‘Blood Mountain’ je verwaasd en smachtend naar meer achter.

Normaal gezien staat de overstap naar een groot label bijna synoniem met het fnuiken van de muzikale creativiteit van een band. Mastodon bewijst hier dat het totale tegenovergestelde ook het geval kan zijn. ‘Blood Mountain’ is een metalplaat zoals er nog nooit een is verschenen. Het album staat bol van experimenteerdrift, technisch hoogstaande composities en vooral, tonnen speelplezier. Het zou wel eens heel goed kunnen dat Mastodon het geluid van de toekomst heeft gecreëerd. In ieder geval moet de concurrentie wel héél straf uit de kast komen als dit niet één van de metalplaten van het decennium wordt. Meesterwerk!

8 november 2008
Bart Van Put