Meg Baird - Dear Companion
Wichita Recordings
Wie eerder al in contact kwam met Espers of The Baird Sisters, kent wellicht ook Meg Baird. Zij is die hemelse stem die het album ‘II’ van Espers voor de komende jaren in ons geheugen kerfde. Op het nieuwe ‘Dear Companion’ gaat ze alleen op pad, langs folk en country, met enkel akoestische gitaren en haar troostende stem als bagage.

‘Dear Companion’ is niet zomaar een soloalbum, het is ten dele een hommage aan de klassieke folksong. Dat blijkt uit het groot aantal “traditionals” die ze, naast een paar covers en twee eigen nummers, op haar album herneemt. Al is de term “hernemen” hier misschien niet geheel accuraat. Meg Baird weet dit muzikale erfgoed immers wonderwel naar eigen hand te zetten. Het is duidelijk dat ze dag in, dag uit met deze songs leeft.
Opener en titelsong Dear Companion klinkt dan ook niet al te gedateerd. Je hoort dat de hedendaagse folkzangeres Meg Baird dit klassieke oeuvre bij de teugels grijpt en opfrist, zonder daarbij afbreuk te doen aan het tijdloze karakter. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor Sweet William And Fair Ellen, een tijdloos deuntje dat mag waden doorheen frisse en psychedelische gitaarvijvertjes. Knap naar de hand gezet en daarom leuk om naar te luisteren. Verdere voorbeelden zijn er in overvloed, van de ontroerende cover All I Ever Wanted tot het heidense River Song dat origineel uit Chris Thompsons pen rolde.
Dit alles betekent dat Meg Baird solo eigenlijk moeilijk te vergelijken valt met de Meg Baird van Espers. Bij Espers stelt ze haar stem ten dienste van een psychedelisch reiken naar het onaardse terwijl ze op haar eentje terugkeert naar de grond van de zaak: de aardse, alledaagse beslommeringen, zoals tennis bijvoorbeeld. Tennis?! Ja, tennis. De cover The Waltze Of The Tennis Players vertelt het mistroostige verhaal van een vluchtige liefde: “Your love for me/is an overnight sensation/My love for you/is an overnight sensation too”, zingt ze smachtend. Wij zijn al voor minder overstag gegaan.
Prijsbeest van dit plaatje is, ondanks de overvloed aan knappe covers en herwerkingen, haar eigen Riverhouse In Tinicum, een vertederend mooie folksong die verwijst naar de gouden folkjaren die zich eind jaren ’60, begin jaren ’70 afspeelden. Men denke daarbij aan Linda Perhacs of Vashti Bunyan. Beiden hebben ze veel gemeen met een zangeres als Meg Baird, zeker tijdens dit nummer dat vertedert totdat het niet mooi meer is.