Motorpsycho - Behind The Sun
Stickman Records
Een nieuwe Motorpsycho is een zekerheid. Een rots in de branding. Daar kan je op rekenen. Dat blijkt nu weer met het fantastische ‘Behind The Sun’, dat hen weer van een iets meer toegankelijke kant toont.

De tel bijhouden doen we al lang niet meer. En bovendien: je kan er vergif op innemen dat wij elke keer weer staan te watertanden als we horen dat Motorpsycho weer eens een nieuwe plaat uit heeft. Ook dit album zal ongetwijfeld weer aan het grote publiek voorbijgaan, maar dat kan de Motorpsychofan niet schelen. Die laat zich met plezier opsluiten in de privé-gevangenis tussen zijn oren, bij elkaar gehouden door de hoofdtelefoon. De rest wordt dan gewoon bijzaak.
Opener Cloudwalker (A Darker Blue) geeft al aan dat ze nog eens voor sixtiespsychedelica gegaan zijn. Al meteen zes minuten verdrinken in stemmenvijvers, je laten meesleuren door de gitaarwatervallen van Snah Ryan. Wat kan een mens zich nog meer wensen? Klaar voor wat er ook maar komen zal.
De Beatlesintro van Ghost bijvoorbeeld. Het gitaarlijntje is voldoende om dat nummer rond te bouwen. Strijkers verschijnen en verdwijnen, de bas valt in, de drums slepen zich voort. En Ryans stem legt uit dat “It’s just endless repetition / And I’ve heard it all before”. Misschien wel, maar in dit soort herhaling mogen de Noren wel meer vervallen.
Negen nummers op de plaat deze keer. Maar eigenlijk komt het gewoon op hetzelfde neer als altijd. Waar ze op (sommige,) andere platen hun songs gewoon aan elkaar breien tot één lange roes, staan er nu toevallig een paar seconden stilte tussen. Dat je dus weer waar voor je geld krijgt, is nog zo’n zekerheid bij Motorpsycho.
De groep daalt trouwens verder af in de hel, waaraan ze op de vorige plaat beginnen bouwen waren. Hell Part 4-6:Traitor/The Tapestry/Swiss Cheese Mountain, twaalf minuten, begint bedrieglijk ingetogen met een stel strijkers en gitaren, die dat overnemen. En dan gaat dat zwaard dieper het vlees in, eerst nog bijna plagend, prikkend. Maar de luisteraar voelt de bui al hangen. Zelfs al houdt de band het hier nog beschaafd voor zijn doen.
Helemaal anders gaat het uiteindelijk in Hell Part 7: Victim Of Rock, waarin de band tekeergaat als een razende roeland, zoals de titel van het nummer eigenlijk al aangeeft. Jammen tot je erbij neervalt en de duivel de restjes kan oprapen. De overstuurde vocals doen de rest.
Wie Motorpsycho een beetje volgt, weet dat hij verrast kan worden, maar er kan evengoed verder gebouwd worden op wat eerder al gemaakt werd zoals in dit geval. Maar dat het boeiend is, dat is een zekerheid.