Natacha Atlas - Mishmaoul
Munich Records
Natacha Atlas is van origine Belgisch, maar je zou vermoeden dat ze ergens uit een Marrokaans bergdorpje is geplukt. De Arabische klanken op deze ‘Mishmaoul’ vinden hun oorsprong in twee dingen: Enerzijds haar afkomst (opgegroeid in een overwegend Marokkaanse wijk in Brussel als dochter van een Joodse Egyptenaar), anderzijds haar carrière als buikdanseres en zangeres bij het ter ziele gegane Transglobal Underground, die ooit een succesvolle mix van wereldmuziek en techno brachten. Atlas besloot in 1995 dat het genoeg was geweest en startte een solocarrière.

Het is echter niet helemaal duidelijk geworden welke weg ze wil inslaan sinds die split. Atlas mag dan wel prijzen gewonnen hebben op het gebied van zang (in 1999 won ze de eerste prijs in de categorie “beste zangeres” bij de “Victoires de La Musique Awards”, het Franse equivalent van de jaarlijkse Britse Emmy-Awards), op het vlak van songwriting en keuzes maken, staat ze niet veel verder dan in 1999 (‘Gedida’) en 2001 (‘Ayeshteni’). Het bewijs daarvoor wordt geleverd op 'Mishmaoul'.
Bij het openingsnummer 'Oully Ya Sahbi' krijg je de indruk dat Atlas voor eens en voor altijd afscheid heeft genomen van de Westerse klanken. Het nummer opent wondermooi met zachte samenzang van Atlas en Sofiane Saidi. Echter, na ongeveer vijftig seconden valt er een geprogrammeerde extra drum in en net daar loopt het fout. De verwarring die Atlas schept door een teveel aan klanken leidt de luisteraar af van de intrinsieke waarde van de song. Nummer twee is in hetzelfde bedje ziek. Bij het begin waan je je in een rustige moskee, twintig seconden later word je er hardhandig uitgesleurd. Nummer 4, Ghanwah Bossanova, is misschien nog het meest consequente lied, zonder onnodige uitweidingen of vermengingen, al kan je daar tussen alle andere nummers, ook je twijfels over hebben.
Waar Atlas precies heen wil, is tot de laatste noot van de plaat onduidelijk. Als ze enkel de Arabische muziek wil introduceren in de Westerse muziek, dan ben ik niet overtuigd. Als het haar keuze was een samensmelting tussen de traditionele klassieke Arabische muziek en de moders Westerse te bewerkstelligen, dan is haar dat gelukt, zij het op een wanordelijke manier, met ingeslagen wegen die nergens heen leiden. Jammer, want zo’n samensmeltingen kunnen we in België al wel eens gebruiken.