Nektar - Time Machine

Purple Pyramid Records

Onze scanners registreren opnieuw drukke seismische activiteit op de planeet Nektar. Deze keer geen reissue van een klassieker van de Engelse spacerockers (later meer over een opgepoetst ‘Remember The Future’), maar een gloednieuwe studioplaat. Billy Sherwood (ex-Yes) drukt zijn productionele stempel op ‘Time Machine’, maar het resultaat is een onevenwichtige affaire.

Time Machine



Nektar knoopte begin jaren zeventig aan met het psychedelische rockidioom dat door Pink Floyd was ontwikkeld. Hoewel een Britse groep, vestigde men zich in het Duitse Hamburg. Een teken aan de wand: in eigen land zou men nooit echt doorbreken. De line-up werd aangevoerd door zanger en gitarist Roy Albrighton, die nog het podium gedeeld had met Jimi Hendrix. De andere bandleden waren Allan Freeman (toetsen), Derek Moore (bas), Ron Howden (drums) en Mick Brockett (visuals).

De band ging in de jaren tachtig uit elkaar, maar sinds 2000 hebben Albrighton en Howden de draad weer opgepikt. ‘Time Machine’ is officieel het dertiende studioalbum en Nektars beste ooit, als we Albrighton tenminste mogen geloven. Dat is fel overdreven, maar een zoveelste flauw afkooksel van het klassieke oeuvre is het evenmin. Verwacht van ‘Time Machine’ zeker niet de experimentele, psychedelische sound van weleer: dit is eerder de standaard progrock waarmee men vandaag op veilig speelt.     

De luisteraar moet het vooral hebben van de expansieve songs A Better Way (het begin), Diamond Eyes (het slot en een verwijzing naar het debuut ‘Journey To The Centre Of The Eye’) en de titeltrack. Hier is tenminste ruimte voor spanningsopbouw en instrumentale klasse. Dan valt op dat Albrighton nog altijd geweldig gitaar kan spelen. Sherwood ondersteunt met succulent basspel. De rol van toetsenist Klaus Henatsch blijft wat onderbelicht, tot die heerlijke solo eindelijk opduikt in het slotnummer. Opgenomen in Sherwoods CIRCA:HQ studio in LA, klinkt het hele album overigens formidabel. Productiefanaten beleven een feest voor de oren.

Toch komt ‘Time Machine’ uiteindelijk tekort. Het tijdmachineconcept lijkt bij de haren getrokken. In andere songs – hoe goed ook gespeeld – schuilt compositorische twijfel. Destiny is een ballad zoals er dertien uit een dozijn komen. Set Me Free, Amigo balanceert op de grens met kitsch; de Mariachi-achtige trompettenorkestratie zal niet iedereen bekoren.

Niettemin is ‘Time Machine’ een sympathieke release met een aantal fraaie momenten. 

3 juli 2013
Christoph Lintermans