Nemo - Coma

Quadrifonic

Waarom één van de beste Franse progbands van het moment er nu mee stopt, is eigenlijk minder van belang. De manier waarop interesseert ons meer. We overdrijven niet als we zeggen dat ‘Coma’ Nemo’s fijnste uur is. En we weten dat dit niet het laatste is wat we van meestergitarist Jean-Pierre Louveton zullen horen.

Coma



Nemo wist zich te onderscheiden van de eindeloze stroom progressieve releases door de harde maar mooie melodielijnen en de Franse zang. En boven allesdoor Louvetons gitaar, de ene keer snoeihard, de andere keer getuigend van een onmiskenbare, Gallische romantiek. De twaalf minuten van Le Coma Des Mortels worden zo een avontuur op de achtbaan, genadeloos voortgestuwd door de ritmetandem (drummer Itier en afwisselend Guichard en nieuwkomer Olivier Long op bas) en gekleurd door Guillaume Fontaines piano. Het woordspel uit de titel is een sociaal-kritische verwijzing naar 'Le Commun Des Mortels', een Franse metafoor voor de mensheid.

Fontaine behoudt zijn ivoren toets in Train Fantôme. Maar de man is even meesterlijk op de synths en de hammond, die zich schaduwrijk afzetten tegen de dynamische gitaarpartijen. De ritmische propellers roepen het beeld op van een voortdenderende locomotief. De virtuositeit maakt indruk, maar we kunnen niet genoeg benadrukken dat ze volledig in dienst staat van de geïnspireerde songwriting.   

Na een introductie op de sitar gaat Comaïne (opnieuw een woordspel verwijzend naar de ravage door druggebruik) de folkrichting uit en voegt fluit toe – vermoedelijk gespeeld op synthesizer. Maar ook als de gitaar begint te domineren en het levensverwoestende karakter van de drug onderstreept, blijft de folkmelodie overeind.

Technisch verbluffend is het ensemblespel in het instrumentale Saint-Guy. De naam verwijst naar het neurologische ziektebeeld Chorea van Sydenham of Sint-Vitusdans, waarbij ongecoördineerde bewegingen van gezicht, handen en voeten optreden. Maar de muziek is een schoolvoorbeeld van hand- en voetcoördinatie bij de instrumentalisten. Let vooral op Longs briljante bassolo.

Het jazzy Tu N'es Pas Seul vertolkt het verlangen van de afgewezen minnaar om opnieuw het gelukzalige gevoel van erkenning te beleven. Slotnummer Coma is wederom een emotionele rollercoaster met classic rockriffs, bevreemdende synths en ritmische verschuivingen die de mentale toestand van de verwarde mens vastleggen. Wat een contrast met Nemo’s scherpzinnige muzikale geest, waardoor dit album ongetwijfeld zal uitgroeien tot een instant-klassieker.

Hopen dus maar dat Louveton met het verdwijnen van dit combo slechts een rustpauze heeft ingelast, en dat zijn kunst en vakmanschap in één of andere vorm weer zullen opduiken.

6 april 2016
Christoph Lintermans