Neon Christ - 1984

Southern Lord

1984

1984, het jaar van het fabuleure Agnostic Front debuut ‘Victim in Pain’; van Black Flag zijn ‘My War’; van D.R.I. zijn ‘Violent Pacification’ ep. Waarop Minor Threat zijn gitaar aan de bomen hing om Fugazi te vormen. Kortom: de hoogdagen van de Amerikaanse hardcore scene. En waarin het zowel aan de East- als de Westcoast stevig muzikaal rommelde en zowel de NY als de Californian hardcore scene volop tot ontwikkeling kwamen. In juni 1984 brengt het kwarter Neon Christ zijn debuut uit. De aanpak: fel, furieus en jeugdig. Een punkverhaal dat twee jaar mocht duren.

Op zich niets wereldschokkend natuurlijk, het aantal hardcore punk thrash bands uit die tijd was legio. Ware het niet dat het verhaal niet ophield na Neon Christ en gitarist William DuVall nadien het gerenommeerde Bl’ast! stichtte en in 2006 zelfs wijlen Jerry Cantrell mocht opvolgen bij Alice In Chains. De vier inmiddels semibejaarde punks bleven in vriendschappelijk contact met elkaar. Dus toen Greg Anderson van het label Southern Lord hen contacteerde om een deluxe heruitgave van het werk van Neon Christ uit te brengen, stonden de heren te trappelen om de boel van het analoge tijdperk naar de digitale wereld om te toveren. So far, so good.

Je krijgt in elk geval een pittig stukje authenticiteit op je bord bij de veertien songs op deze heruitgave. En een mooie evolutie begint met echte rommel- en DIY punk waarin snelheid en het roepen/scanderen van DuVall de belangrijkste elementen zijn. Denk aan een soort van groezelige viersporenopname uit één of ander repetitiekot, waarin de instrumentale omkadering gewoon een stuk pure noise is waarin je drie-akkoordenstructuren kan ontdekken. Dankzij het proces van huidige remastering, liggen de zang en stem van de frontman daar netjes bovenop en kan je nog wel wat puberale anti-establishment teksten volgen (“the system gains, the people have lost”). Songs van één minuut. That’s it.

Vanaf track vijf (de titeltrack), krijgt de muziek van dit combo een wat meer verfijnde boost, dankzij de komst van tweede gitarist Shawn Devine. Dixit: meer solo’s en instrumentale speedtrash elementen. Songs die boven de twee minuten durven uitrijzen, een wat meer tragere en zwaardere ritmes. Een gitaar die gerafeld klinkt in plaats van dom gaat rammen, ritmewisselingen, samenzang in de refreinen… nu ja… “zang”?

We Mean Business begint zelfs even met een stukje trage rock, vooraleer de champagnekurk uit de stop gaat en de band aan het spuiten gaat en It’s Mine is met zijn hoekige Fugazi-alike structuur en spoken word zelfs echt catchy en bewijst waarom Neon Christ het podium verdiende naast bands als Dead Kennedy’s, Corrosion Of Conformity of Circle Jerks. Meest opvallende bijdragen: een drumloos en zwaar psychedelisch (!) After met zijn spoken word passages en wegdraaiend, herhalende gitaarwerk en een traag, melodieus en zelfs drie minuten durend The Knife That Cuts So Deep waarin DuVall echt aan het zingen gaat en een etiket als “punkrock” niet misstaat.

Al bij al dus een leuke heruitgave voor wie even opnieuw zijn wilde punkharen wil laten wapperen en zijn verrimpeld anarcho-hart sneller gaat slaan bij het lezen van de vele referenties die je in bovenstaande tekst terugvindt. Wij pleiten schuldig en geven er misschien nog eentje mee aan wie deze heren ons doen denken: Suicidal Tendencies.

15 juli 2021
Johan Giglot