Neon Neon - Praxis Makes Perfect
Lex Records
Neon Neon, in 2008 nog genomineerd voor de Mercury Prize voor het debuut, liet lang niets van zich horen, maar de band van producer Boom Bip en Gruf Rhys (Super Furry Animals) is nu terug met een nieuwe geschiedenisles, zowel muzikaal als tekstueel.

Het tweede album van Neon Neon is een biografische plaat. Voorganger 'Stainless Style' ging ook al in die richting, maar dat was slechts losjes geïnspireerd op het flamboyante leven van John DeLorean. Deze keer kan het als een echte biografie gezien worden. Een soort van biopic, dus maar dan enkel met muziek.
Op hun eerste echte bio-album vertellen ze het verhaal van Giangiacomo Feltrinelli, een steenrijke uitgever die zich ondanks zijn fortuin bekeerde tot het communisme, Boris Pasternaks ‘Dr.Zhivago’ Rusland uit smokkelde en uitgaf, verantwoordelijk was voor het iconische beeld van Che Guevara en de GAP stichtte.
De gladde eightiessound van het eerste album paste perfect bij het flamboyante leven van DeLorean, maar het bizarre is dat Boom Bip en Rhys voor het verhaal van Feltrinelli trouw blijven aan hun sound terwijl Feltrinelli al in 1972 overleed en zijn communistische ideeën zich niet echt laten uitdragen door jarentachtigdisco, computers en loops. Deze juxtapositie leidt tot een bevreemdend effect.
Is dit trouwens een hommage of een spotplaat? Je zou het tweede denken als je weet dat niemand minder dan Sabrina (Boys (Summertime Love) een gastrol krijgt op Shopping (I Like To), dat doet denken aan Roxette en italodisco als Baltimora. Anderzijds kan het ook gezien worden als een grapje om wat verluchting te brengen tussen de strenge, communistische quotes en slogans of als een metafoor voor het leven van de jonge Feltrinelli voor hij communist werd.
Feit is dat de plaat muzikaal minder boeit dan het onderwerp, ook al begint het aardig met het warme The Jaguar , hebben nummers als Dr. Zhivago en Hammer & Sickle catchy refreinen en vormt de plaat muzikaal een hechte eenheid.
‘Praxis Makes Perfect’ klinkt over het algemeen gewoon te glad (te perfect?), hetgeen een – nou ja – hoogtepunt bereikt op Hoops With Fidel en Listen To The Rainbow, al heeft dat laatste dan nog wel een heerlijk chaotisch einde.
Laat ons het er dus maar op houden dat deze plaat ons tot een ongemakkelijke spreidstand dwong tussen verwondering over het boeiende leven van Feltrinelli en vreselijke jeugdherinneringen aan eurotrash uit de jaren tachtig.