Nosey Joe & the Pool Kings - Tunes from the Bighouse
Heptown Records
Je daalt een onfrisse trap af naar de kelderverdieping, denkt en spreekt in zwart-wit. De heren zijn er in maatpak en de dames trekken met hun roodgestifte lippen van lange pijpjessigaretten. De rokerige ruimte die je betreedt is niet groot, maar wel afgeladen vol. Er wordt gedronken, gelachen, gerookt en gedanst. Op het veel te kleine podium zorgt de liveband voor het ene schot in de roos na het andere. Nosey Joe & the Pool Kings zijn de daders.

Het is 'Tunes from the Bighouse' dat je in deze zwart-wit roes brengt. De formidabele mengeling van swing, rockabilly, jazz en blues zorgt namelijk voor een ongelooflijke sfeerplaat die een drugeffect heeft: hoe meer je ze beluistert, hoe meer je ervan wil. Het eerste wat de aandacht trekt, is de enorme klep van zanger Ubbe Rydeslätt. Hij haalt op zijn dooie gemak een fors stembereik en heeft daar overduidelijk veel plezier in. Zijn groot bakkes wordt bijgestaan door een schare rasmuzikanten (ze zijn met negen in totaal!), die een sfeertje oproepen van de jaren '30 tot de jaren '60. Lees: telkens wordt het beste uit een generatie geselecteerd en in een Nosey Joe-jasje gestoken.
De nummers walsen steevast de veel bewandelde paadjes plat, het is een mengelmoes van vanalles en nog wat. En wat voor een! Het overheerlijke Knock Knock bijvoorbeeld, waarvan gastzangeres Lil' Linn het grootste deel van de zanglijnen voor haar rekening neemt. Alleen een dove zal hierop zijn voet niet laten tappen. En dan hebben we schaamteloos het openingsnummer Saphire overgeslagen, een cover van Big Danny Oliver. Deze versie ontploft als een bom in je gezicht dankzij een frivool pianolijntje, en dan die stem. Die man kan zingen.
De Pool Kings vervelen nergens en zijn pretentieloos. Het is een verademing om muzikanten nog eens écht plezier te horen maken. Als ze dat ook live klaarspelen, is er een nieuwe supergroep in wording. De naam Nosey Joe is trouwens een vondst van het duo Lieber & Stoller. Zij schreven de ene hit na de andere voor tal van artiesten in de jaren '50 en '60, onder meer Jailhouse Rock voor Elvis Presley. Brian Setzer pikte het nummer 'Nosey Joe' later op en verdraaide het tot een rockabilly-swingalong.
Het enige schoonheidsfoutje op deze plaat, is de fout gekozen cover Ghost Riders in the Sky. Het frivole wordt op dit nummer herleid tot een gimmick en dat is echt jammer. De song lijkt wel gedrenkt te zijn in een vat ironie en dat overleeft ze moeilijk. Geef ons dan maar Jitterbug Rag bijvoorbeeld. Swingend, opgewekt, grappig en heel dansbaar.
Terug in zwart-wit. Wij zitten nog na te genieten aan de bar, terwijl de ober in kraakwit vest stoelen op tafels begint te zetten. Wat een fantastische trip hebben die Zweden ons bezorgd! De blazers, de piano, de stemmen, het smakelijke samenspel, de ritmes, ... Een zegen dat er nog groepen als dit bestaan. Wij hopen op een heel snel vervolg.