Orbital - Wonky

ACP Recordings

We hadden kunnen vermoeden dat er van die finale split in 2004 niet veel zou overblijven nadat ze vier jaar later aankondigden terug een aantal shows te spelen. En kijk, vandaag ligt het eerste album sinds de klinische dood van Orbital voor onze neus. De reanimatie blijkt overigens niet helemaal mislukt te zijn. De gebroeders mogen dan met hun project in andere tijden wakker worden, de voeling met de hedendaagse elektronische scene zijn ze niet kwijt.

Wonky



Het eerste wat opvalt is dat Orbital nog steeds onmiskenbaar klinkt als Orbital. Gracieuze, ambient-achtige melodieën worden afwisselend gedragen door techno-, big beat- en trip hopbeats. Anno 2012 mag daar ook een kleine dosis dubstep bij (Beelzedub), maar zonder dat de Harnolls verdwalen op terrein dat ze niet zouden kennen. In dat nummer slaagt Orbital er zelfs in om heden en verleden (The Prodigy!) mooi met elkaar te verenigen.

En dat doen ze eigenlijk over de gehele lijn van het album. ‘Wonky’ heeft een “old skool”-attitude die ons meevoert naar de hoogdagen van de jaren negentig, maar klinkt nooit oudbollig. De synths werden duidelijk grondig afgestoft, de software geüpdatet. Opener One Big Moment laat dat al snel blijken. Samples uit filmdialogen geven ons weer het welkom-in-wonderland-gevoel dat we nog kennen van weleer en daarna nemen uplifting synths en midtempo broken beats ons verder op hun trip. Heel herkenbaar maar nooit afgezaagd.

Zola Jesus, wiens stem altijd ergens tussen de gothic elektro en rock zweeft, geeft de juiste tint aan het meeslepende New France. Rapster Lady Leshurr slaagt er dan weer niet in om het weinig inspirerende Wonky te redden. Er wordt druk heen en weer gebruld en geklauwd maar verder gaat het werkelijk nergens naartoe. Ook Never, dat uit een te lieflijk babyspeeltje ontsnapt lijkt, is niet meteen een hoogvlieger. Geef ons dan maar de klassieke maar degelijke Detroit techno van Stringy Acid.

De grote vernieuwersrol hoeft Orbital vandaag niet meer te spelen, maar met ‘Wonky’ laten ze wel merken nog steeds mee te kunnen spelen op het speelveld. Een degelijk album dat hun vorige werk zeker niet overklast maar waarvoor ze zeker ook niet met schaamrood op de wangen moeten rondlopen.

7 april 2012
Koen Van Dijck