Panda Bear - Tomboy

Paw Tracks

Opwarmertjes, lekken, streams en previews, ze werden en masse losgelaten op het internet. Maar op een afgewerkt product van Noah Lennox (Panda Bear) bleef het wachten. Tot hij nu eindelijk toch 'Tomboy' uitbracht. Zou hij het moeilijk gehad hebben met de torenhoge verwachtingen die hij geschapen had na de mijlpaal die zijn vorige 'Person Pitch' was?

Tomboy



Opener You Can Count On Me is meteen een geruststellend statement. Panda Bear kan het nog, uw nieuwe dosis zonnige deuntjes is klaar en begint hier. Echoënde zanglijnen over een eenvoudige drumbeat en een achtergrond van sample-effecten zijn de bekende ingrediënten. Geen revolutie, maar evolutie.

Op 'Person Pitch' meanderden de nummers soms meer dan twaalf minuten lang door een landschap van ideeën, nu uit het experimentele zich op een andere manier. Luister bijvoorbeeld naar Drone, opgebouwd rond twee synthesizertonen en twee zangtonen. Het nummer duurt vier minuten, en de laatste daarvan bestaat integraal uit één vastgehouden toon. 

Het lijkt een oefening in minimalisme en alludeert allicht naar het drone-genre. Daar kun je vast een interessante dissertatie over schrijven. Maar levert het een boeiende song op? Neen. In het beste geval een niet op de zenuwen werkend interludium dat het eerste deel van de plaat van het tweede scheidt.

Uitsmijter Benfica is geslaagder. Gedurende vier minuten hoor je de supporters van de voetbalploeg van (Noah's thuisstad) Lissabon schreeuwen. Met gezang erover wordt dat in slow motion uitgesponnen. Het lijkt wel de soundtrack bij de vertraagde beelden van een winning goal.

Het langzaam verstrijken van de tijd komt terug in meerdere songs. Eén heet Scheherezade, naar de maagdelijke deerne die in de sprookjes van 1.001 nachten de koning van haar lijf probeert te houden met boeiende verhalen. Dit had vast gediend om hem in slaap te wiegen.

Gelukkig is het er ook een paar keer boenk op. Titelsong Tomboy is met zijn overstuurd orgeltje gewoon een hit, en Slow Motion is een heerlijk dansnummertje. Surfer's Hymn is met zijn discogeluidjes en zijn digeridoo dan weer pure en goede Animal Collective, en Last Night At The Jetty is heerlijk melancholisch. Vooral het eerste deel van de plaat is ongenuanceerd mooi.

Of je van het tweede deel zult houden, hangt af van je tolerantie voor experiment. Wat deze plaat een beetje teleurstellend maakt, is dat deze keer geen fantastische songs worden gevonden in dat experiment. Dat is spijtig, maar geen ramp. Want Tomboy neigt tenminste nergens naar middelmatigheid.

5 mei 2011
Kristof Van Landschoot