Parquet Courts - Sunbathing Animal
What's Your Rupture
Na Parquet Courts’ tweede album, ‘Light Up Gold’ uit 2012, ging het betrekkelijk hard voor de band. Ze werden gelauwerd als de heilanden van de nieuwe New York sound, en iedereen die zich een beetje hipster noemde wou een deel van de koek.

Voor de vier bandleden zelf leek dit succes niet aan te sluiten bij de punkattitude die ze hoog in het vaandel dragen. In 2013 kwam de tegenreactie met de ep ‘Tally All The Things That You Broke’, die wegstuurde van de richting die ze waren ingeslagen en een stuk minder toegankelijk was. Nu zijn ze terug, met langspeler ‘Sunbathing Animal’ onder de arm.
Op het eerste gehoor een terugkeer naar de vorm van ‘Light Up Gold’: de invloed van de New Yorkse postpunk is onmiskenbaar. Television, Sonic Youth en vooral Pavement knikken goedkeurend vanuit de coulissen, waar ook The Velvet Underground en Wire een plaats hebben. Drammerige, repetitieve songs waarin plots een onweerstaanbare hook opduikt, onmiddellijk herkenbare riifs, en clevere stonerteksten die schijnbaar expressieloos worden gebracht zijn de voornaamste kenmerken.
Je hebt automuziek als die van Chuck Berry, of muziek die doet denken aan het geluid van vliegtuigen - denk maar aan Born To Be Wild. Parquet Courts maakt echter treinmuziek. Veel van hun nummers jakkeren voort op het tempo van een gestaag voorbijdenderende trein. De bevreemende opener Bodies Made Of en het daaropvolgende Black And White zijn daar sprekende voorbeelden van.
Maar waar er op ‘Light Up Gold’ nog nauwelijks tempowissels waren, en het geheel zich als een half uur durende brij slackerenergie aandiende, is ‘Sunbathing Animal’ zorgvuldiger opgebouwd.
Dear Ramona is een eerste rustpunt. De gitaren van frontmannen Andrew Savage en Austin Brown schurken tegen elkaar aan en weven een sonisch tapijt zoals ze dat ook doen bij Tom Verlaine en Richard Loyd van Television, om te ontladen in een zalvend refrein.
Andere kalmere nummers staan netjes verspreid over de plaat. Instant Disassembly is er zo eentje waar minder vaart in zit, maar Parquet Courts bewijst met een catchy gitaarlijn dat ze niet op speed moeten zijn om te kunnen blijven boeien.
Dat laatste nummer gaat trouwens vlot over de zeven minuten, een verandering van spijs in vergelijking met ‘Light Up Gold’ waar nagenoeg alle songs onder de drie minuten afklokten. Ook She’s Rolling is zo’n lange jam. Aan het eind wordt er nog een mondharmonica bijgehaald, om vervolgens lelijk mishandeld te worden.
Ducking And Dodging is dan weer het meest opzwepende nummer van de plaat, en ook hetgene dat het meest trouw blijft aan de punk.
Op de keper beschouwd is dit een erg afwisselende, maar ook een evenwichtige plaat. Stuurser dan ‘Light Up Gold’ bij momenten, verzwaard met de desillusies van ouder wordende bandleden (zie ook het lamenteren van het saaie tourbestaan op Always Back In Town), maar zonder twijfel het beste dat Parquet Courts al heeft voortgebracht.