PINS - Wild Nights
Bella Union
Goede optredens. Daar begint het mee. En daar eindigt het mee. In dat geval was de introductie tot PINS al half geslaagd. Want dat voorprogramma van Sleater-Kinney is ons wel degelijk bijgebleven. Nu die plaat nog.

“Die plaat” is eigenlijk al de tweede van PINS. Waar voorganger ‘Girls Like Us’ ongemerkt voorbij gleed, zorgden de supports, die de band deed voor hoger genoemde groep (maar ook voor Wire en Drenge) voor de nodige aandacht en lijkt ‘Wild Nights een beter lot beschoren. Maar het is de muziek, die het hem – of haar natuurlijk, want PINS is een voltallig vrouwelijke band – moet doen.
“What will we do when our dreams come true?”, vraagt zangeres-gitariste Faith Vern zich luidop af in Young Girls. Rammelgitaren vormen de basis, een hoge riff zorgt voor het nodige accent en de wat eentonige zang is de rode draad door alle songs. Die dreams betreffen nogal vaak een onbereikbare liefde. Zoals in Curse These Dreams of in opener Baby Bhangs, waarin de droom eerder een nachtmerrie is: “Heaven, hell, it’s all the same”. Ook de “Wild Nights” met Molly zijn niet één en al lust. Of zoals Vern het verwoordt: “I wish that she would let me sleep”.
Muzikaal vallen PINS terug op garagerock, die schatplichtig is aan de muziek die groepen als The Sonics maakten (en dat nog steeds doen). Ook de vroege Kinks zijn nooit veraf, al zijn de liedjes nooit van een kwaliteit die aan die band kan tippen.
Uiteraard is dit een stuk properder geproducet dan dat het geval was bij het schorem van The Sonics, maar de sfeer is duidelijk gelijkaardig. Bovendien wordt de zang, zoals dat bij een garageband hoort, door een wolk(je) van reverb gestuurd.
Het is moeilijk om echt uitschieters uit de plaat te halen. In elk nummer zit wel iets, dat de aandacht gaande houdt. Een verdienste, die zeker vermeld mag worden. Too Little Too Late heeft bijvoorbeeld een slepend tempo, dat je achter zich aan sleurt. In If Only is er die vreemd klinkende riff, waarmee de song wordt ingezet. En zo kan je doorgaan.
PINS mag je gerust naast Dum Dum Girls zetten en, gezien de laatste plaat van de Girls, er zelfs een streepje boven. Om Sleater-Kinney aan te kunnen, moeten ze nog wat boterhammetjes eten, maar misschien zit het er ooit wel in. Tot zolang doen wij het wel met deze ‘Wild Nights’. En met de concerten uiteraard.