Pond - Hobo Rocket

Modular

Bands die precies datgene doen waar ze zin in hebben, daar hebben we altijd al een grote voorliefde voor gehad. Zijprojecten, koerswijzigingen, moeilijke platen, we juichen het allemaal toe. We zijn dan ook blij met ‘Hobo Rocket’ van Pond, een plaat die alle moeilijkdoenerij bevat die je je maar kan indenken. Maar de plaat geeft vooral blijk van een grote veelzijdigheid en liefde voor de song. 

Hobo Rocket



In mei maakte Nick Albrook, de bassist van Tame Impala, bekend dat hij de band zou verlaten. Albrook is de frontman van Pond. Ook Jay Watson (de oprichter van Pond) en Kevin Parker van Tame Impala zitten bij de min of meer vaste leden van Pond, maar de groep wisselt per plaat van bezetting, afhankelijk van met wie ze deze keer zouden willen samenwerken.

Laten we meteen met de deur in huis vallen: ‘Hobo Rocket’ is een moeilijke plaat vol heftige overstuurde gitaren, ingewikkelde songstructuren, psychedelica, tempowissels en alles waar commerciële en minder commerciële radiostations krijsend van weghollen, maar populariteit is dan ook nooit een doel geweest van Pond.

Eigenlijk is ‘Hobo Rocket’ één grote ode aan de grote psychedelische groepen. Al wie van Yes en Pink Floyd houdt zal ook deze plaat aan de borst drukken. Voeg daar nog wat psychedelische Beatles bij, een beetje Grandaddy, wat Led Zeppelin-riffs, kruid dat af met wat MGMT en wat geestverwantschap met King Crimson en je komt aardig in de buurt van Pond.

Jay Watson liet eerder in interviews optekenen dat ze deze plaat minder braaf wilde maken. Spontaner, gevaarlijker en met meer het gevoel van een jamsessie dan de voorganger ‘Beard, Wives, Denim’. De opener Whatever Happened To The Milton Head Collide? lijkt nochtans te beginnen als een popsong met een riff die aan Faith van George Michael doet denken, maar vrijwel meteen worden de spacy vocals erbij gehaald, zodat we zeker niet het verkeerde idee krijgen.

Na anderhalve minuut lijken we alweer in een totaal ander nummer terechtgekomen te zijn wanneer een krijsende Albrook en een stevige Zeppelin-achtige gitaar met elkaar in duel gaan in een soort van vreemd bruggetje, een sfeer die een minuut later volledig doorbreekt.

Xanman klinkt als The Beatles in een Helter Skelter-bui: heftig, maar zonder ooit de popsong uit het oog te verliezen. Ondanks zijn tegendraadsheid is het een nummer en een refrein dat zich van bij de eerste luisterbeurt in je hoofd nestelt. Even aanstekelijk en de meest rechtlijnige song op deze plaat is single Giant Tortoise. Niet te weerstaan.

En er is nog meer lekkers: de ruim zes minuten durende afsluiter Midnight Mass (At The Market St. Payphone) Is gevaarlijk, vuil en totaal onvoorspelbaar. Het klinkt als een soort van eenentwintigste-eeuwse Shine On You Crazy Diamond met wat extra synths en wat stevige riffs à la Inhaler van Foals.

‘Hobo Rocket’ telt amper zeven nummers en duurt maar een dik half uur, maar toch is dit kleinood een stuk veelzijdiger dan een groot gedeelte van de platen waar dubbel zoveel nummers op staan geperst. ‘Hobo Rocket’ is een kleinood met bescheiden ambities, maar wel een hele grote kleine plaat die je luisterbeurt na luisterbeurt kan blijven verrassen.

Wie van ‘Hobo Rocket’ houdt: een volgende plaat ligt al op stapel, klaar om uitgebracht te worden. ‘Man, It Feels Like Space Again’ had eigenlijk voor ‘Hobo Rocket’ moeten verschijnen, maar daar had Pond even geen zin in. De plaat zal nu in 2014 verschijnen, ergens vroeg of halverwege, dixit Jay Watson. Dus rest er nog voldoende tijd om deze ‘Hobo Rocket’ tot u te nemen.

27 december 2013
Geert Verheyen