Radical Face - Family Tree: The Branches

Nettwerk

In het hedendaagse, muzikale landschap getuigt het van lef om een conceptplaat te maken. Wat ben je dan als je het plan opvat om een muzikale trilogie te maken over één familie over generaties heen met het Amerika van de negentiende eeuw als achtergrond? Op zijn minst goed gek. Ben Cooper doet het onder zijn alias Radical Face en heeft net het tweede deel van die trilogie – ‘Family Tree: The Branches’ – uitgebracht. En dat is nog mooier dan zijn voorganger ‘Family Tree: The Roots’. 

Family Tree: The Branches



‘Family Tree: The Branches’ is dan ook een plaat waar geen tracks zouden mogen worden uitgelicht. Het drieluik is de muzikale equivalent van de Great American Novel. Elk deel staat op zichzelf, maar is ook verbonden. Elk nummer staat op zichzelf, maar het geheel is meer dan de som van de delen. Radical Face is ondanks drie prachtplaten nog altijd relatief onbekend in onze contreien, maar fans van Iron & Wine mogen de platen van Cooper blind aanschaffen.

‘Family Tree: The Branches’ staat werkelijk vol pareltjes. The Mute bijvoorbeeld gaat over een jongen die zich in stilte hult omdat hij het gevoel heeft dat hij met niemand kan praten. Op het einde van het nummer vertrekt hij als een dief in de nacht en in stilte omdat hij thuis niets meer te zoeken heeft (“My dad considered me a cross he had to bear”).

Stilte en armoede zijn wederkerende thema’s. In Summer Skeletons gaat het over hoe je toch niet veel meer nodig hebt dan vriendschap om gelukkig te zijn. “Dirt in our ears, sun in our eyes / Shirts hung in rags, head in the clouds / Our fears had no teeth, hearts were still blind / You barely talked and I didn’t mind.”

Die vriendschap is geëindigd in Chains, waarin het zinnetje “I’m glad you were my friend” steeds herhaald wordt. Beiden gaan hun eigen weg en in Letters Home komen we te weten dat het hoofdpersonage richting oorlogsfront is getrokken en daar vervolgens is neergeschoten. Er wordt een brief geschreven “between rests” waarin dat hoofdpersonage aangeeft niet te weten waarvoor hij vecht en dat hij alle kleine dingetjes van weleer mist die toen zo onbeduidend leken. Maar of hij het nu haalt of niet is twijfelachtig. “I made peace with it all”, schrijft hij vanuit het hospitaal, klaar om te sterven.

Hoogtepunt is Southern Snow waarin op trieste toon en in een spaarzaam arrangement verhaald wordt over het jaar waarin het personage een zoontje kreeg, maar zijn zus verloor in een sneeuwstorm. Een straf van God volgens sommigen, “That’s a strange thing to call the weather” volgens de vader. Prachtig.

En zo staat ‘Family Tree: The Branches’ vol tekstuele pareltjes in verhalende folksongs? die worden opgeluisterd met strijkers, percussie en subtiele toetsen piano. Een prachtplaat die geschikt is voor alle seizoenen, soms winter uitstraalt, dan weer herfst, lente of zomer.

Alleen – en dat is één kanttekening – is het een plaat bedoeld voor de geduldige luisteraar. Een plaat die het volst tot zijn recht komt als je ze van begin tot eind luistert, in één ruk, met het tekstboekje bij de hand. En dus ook een plaat die live enkel maar integraal zou mogen worden gespeeld.

20 december 2013
Geert Verheyen