Raleigh Moncrief - Watered Lawn

Anticon

Wie zei u? Het was ook onze eerste reactie. Maar Raleigh Moncrief – vraag ons niet hoe je het in godsnaam uitspreekt – is toch geen groentje. Hij speelde onder meer in de band van Marnie Stern en nam al dingen op met Zach Hill. Bovendien werkte hij mee aan ‘Bitte Orca’ van Dirty Projectors. Maar ‘Watered Lawn’ is zijn eerste full-cd. Dat hij bij Anticon terechtkon met zijn hersenspinsels geeft u al meteen een indicatie van wat u mag verwachten.

Watered Lawn



Is Dosh iets dat uw goedkeuring kan wegdragen, dan zal ook Raleigh Moncrief in uw straatje zitten. Beiden gaan zich te buiten aan het instant recycleren van stukjes geluid. Alleen beperkt Dosh zich tot instrumenten (voornamelijk drums en toetsen) en voegt Moncrief daar zijn stem en nog andere instrumenten aan toe.

Het resultaat heeft soms wat weg van het alom bewierookte Animal Collective. Luister maar naar I Just Saw, waarin Moncriefs stem de krachtmeting aangaat met stukjes verknipte gitaar, handklapjes en allerlei verloren gelopen percussie. Het resultaat is bezwerend, hallucinant bijna, alsof koorts je hoofd op hol doet slaan.

Dat gevoel heb je trouwens wel vaker bij de muziek van deze duizendpoot. Opener The Air geeft je soms de indruk dat je naar twee volkomen verschillende songs tegelijkertijd aan het luisteren bent, alsof hij per ongeluk de knop van de drumcomputer indrukte. Als luisteraar vraag je je dan af waar dat nummer naartoe gaat. Pas na enkele luisterbeurten begin je daaraan te wennen.

Nochtans hoeft het niet altijd zo moeilijk te zijn. Lament For Morning is een schitterend stukje muziek, dat je humeur zo de hoogte in stuwt. De drums komen er geleidelijk aan bij en verdringen de springerige intro. Het lijkt allemaal zo eenvoudig en toch blijf je eraan vastplakken als een vinger aan een gloeiend hete plaat.

Het stemexperiment The Right Idea voert ons dan weer terug naar het beste van wat Godley & Creme ooit maakten. Ook zij schrokken er niet voor terug om met beperkte middelen te gaan experimenteren, met resultaten waarvan vooral de durf ons versteld deed staan. Moncrief teleporteert dat helemaal naar de twintigste eeuw, waarin iedereen toegang heeft tot duizenden muziekjes via de u inmiddels bekende wegen.

Waar Moncrief zich op de voorafgaande ep ‘Smiles’ concentreerde op hiphopbeats en aanverwanten, gaat hij met dit volwaardige debuut toch meer de indiekant – check Mothers met de overstuurde gitaren in de hoofdrol - uit. Iets waar wij persoonlijk niet rouwig om zijn. Of hiervoor echt een groot publiek open staat, lijkt ons onwaarschijnlijk, maar ooit zijn er uit dit soort experimenten nog commerciële wonderen gegroeid. Wij blijven deze man dan ook van nabij volgen en verwachten van u als avontuurlijk muziekliefhebber op zijn minst enige interesse.

9 januari 2012
Patrick Van Gestel