Recorders - Above The Tide
Noisesome Recordings
Ze stonden niet op Big Next Festival. En dat is verwonderlijk. Niet alleen komen ze, net als BRNS, Hydrogen Sea en Robbing Millions ook uit Brussel, deze band heeft ook alles om groot te worden: veel live ervaring, een sterk label, goede songs, een producer met naam (Barry Fratelli) en een topmixer (Tony Hoffer) die met hen naar Los Angeles trok om dit ambitieuze album te maken.

Anderzijds: Recorders zijn geen jonge band meer. Ze bestaan al sinds 2006 en brachten de voorbije jaren al een paar ep’s (‘Cyclads’ en ‘Northern Lights’) en een paar singles uit. Je kent ze misschien al van Someone Else’s Memory, Purple And Gold, Kelly of nieuwe single Beach.
Voor wie hen niet kent: beeld je een mix in van elektropop en indierock met hier en daar een psychedelisch toefje. Of als dat meer zegt: gooi Foals, BRNS en Bloc Party op een bord en snipper daar wat Tame Impale-pscychedelica en wat Interpol-gitaren over.
Het debuut geeft een klein overzicht van wat de band de laatste drie jaar uitspookte. Het oudste nummer is Alone At Reykjavik, dat al dateert van 2011 maar destijds Alone In Reykjavick heette en een andere baslijn had. Dat het alsnog het album haalde is niet verwonderlijk: het is een zalige, zacht kabbelende song met half gefluisterde, vervormde zang, druppelende synths en zachte, akoestische gitaar met een leuke opbouw.
Someone Else’s Memory met zijn gouden melodie is van een jaar later en is dansbaarder, al doet de stem hier wat aan The National denken. De drums zijn hier prominenter aanwezig, net als in die andere prijsbeesten Purple And Gold en Kelly.
Als eerste single uit het album wordt begrijpelijkerwijs Beach naar voren geschoven, al is het dampende Colormetric ons inziens nog hitgevoeliger. Elke keer deze song passeert, springen wij recht. Er zit een soort urgentie in die we ook bij BRNS terugvinden. De opbouw is verrassend en het synthloopje krijg je nooit meer uit je hoofd.
Wolf Drums is het eerste nummer dat geen hitpotentie heeft, maar dan zitten we al over halfweg van het album. Het is het soort nummer dat een statement wil maken en daarom vanuit artistiek oogpunt wel interessant, alleen minder vlot in het oor liggend.
Zo staan er nog wel een paar nummers op in de tweede albumhelft: Spring, Under The Waves en afsluiter Dive bijvoorbeeld en ook het lange Same Old Tales is een serieuze brok. Anderzijds vind je daar ook nog het okselfrisse Link.
Alles bij elkaar is dit een zeer atypische indieplaat. Niets werd aan het toeval gelaten en alles klinkt ook erg af. De enige vraag die dan ook rijst is: ging dit niet ten koste van de ziel van de band? Hoe dan ook: honderd procent vakwerk.