Regina Spektor - What We Saw From The Cheap Seats
Warner Bros Records
Felblauwe ogen, bloedrode lippen en een stylish petje. Zo is Regina Spektor te zien op haar zesde plaat 'What We Saw From The Cheap Seats'. Ze vormen een groot contrast met de rest van haar kleurloze gezicht. En er had geen betere foto de nummers op de cd kunnen illustreren: enkele songs blinken namelijk uit vanaf de eerste luisterbeurt, terwijl andere enkel opvallen door hun onopvallendheid. Gelukkig zijn die uitblinkers geniaal genoeg om ook de rest amicaal te omarmen.

Behalve dan Oh Marcello, waarin Spektor een Italiaanse deerne speelt die haar baby - later een moordenaar - niet kan opgeven. Het geheel is niet geloofwaardig genoeg. Haar accent is zo pseudo-Italiaans dat het niet eens grappig is, maar gewoon op de heupen werkt. Het zou niet misstaan in een middelmatige operette uitgevoerd door de plaatselijke toneelkring.
En ook bij huidige single Don’t Leave Me (Ne Me Quitte Pas), nochtans een bijzonder vrolijk deuntje, kunnen we het niet laten kritisch te fronsen. Ondergedompeld in zoveel suiker trekt zelfs de grootste zoetekauw een grimas bij het horen van dit lied. Vooral de povere lyrics stoten tegen de borst, des te meer omdat deze artieste gekend staat voor haar vaak zeer pientere teksten. Maar “Down in Bronxy Bronx” of “The kids go sledding down snow covered slopes / And frozen noses, frozen toes” kunnen ons echt niet bekoren.
Het is pas bij All The Rowboats – al nummer zeven van elf op de cd - dat we echt ten volle geprikkeld worden. De repetitieve piano en het gedreun eerder dan gezang zorgen voor een constante aanval van stimuli, waarbij een duistere kant van de zangeres ontluikt die we nog niet vaak tegenkwamen. Het is bruusk, vitaal en opzwepend. Ook het contrast van de melodie - nu eens stil, dan weer luid – laten je niet los tot de laatste drumbeat luidt.
Amper bekomen als er opnieuw twee kleppers volgen. Ballad Of A Politician is voorbij voor je het weet, maar het is zo’n nummer dat je eindeloos op repeat kan zetten. Welke factoren het precies tot zo’n prachtlied maken kunnen we nog niet helemaal vatten. De hele sfeer zit gewoon goed en ook het zalige engelengezang op de achtergrond zit er zeker voor iets tussen.
Heel anders bij Open, waar de zangeres een dierlijk gebrul uit het diepste van haar frêle lijf ten volle naar boven laat komen. Wel lijkt ze zich voor dit lied iets te veel geïnspireerd te hebben op Après Moi, een eigen nummer dat op de succesplaat 'Begin To Hope' van 2006 stond.
Een wat misplaatste positionering zorgt ervoor dat de ballad Firewood verdrinkt tussen de rest, net terwijl dat, op zichzelf gezien, het meest ontroerende lied is. De dood wordt hier op een heel serene manier verbeeld door een piano, die nog niet als brandhout bestempeld mag worden. “The piano is not firewood yet / But the cold, does get cold / So it soon might be / That I’ll take it apart / Call up my friends / and we’ll warm our hands by the fire”. Dit lied werd ongetwijfeld geschreven met de dood van vriend en cellist van de band Daniel Cho in 2010 in het achterhoofd.
Regina Spektor wou met 'What We Saw From The Cheap Seats' een cd maken, waarvan elk lied los van de context en op zichzelf kon voortbestaan. Dat is niet voor ieder nummer gelukt, maar laat die paar dipjes geen reden zijn om dit album niet te koesteren. Want inderdaad, de Russisch-Amerikaanse schreef opnieuw meerdere briljante parels.