RVG - A Quality Of Mercy

Fat Possum

A Quality Of Mercy

“Dat wordt nog wel wat” bedacht collega (PVG) na het zien van het voorprogramma van Shame in mei van dit jaar in de Botanique.

En zoals altijd heeft de man gelijk. Zo bewijst dit schijfje van RVG dat in maart 2017 voor het eerst en zonder veel poeha in eigen beheer uitgebracht werd in thuisland Australië, maar een enorme buzz veroorzaakte en deze zomer zijn derde (en wereldwijde) release beleefde dankzij Fat Possum Records.

RVG staat voor Romy Vager Group naar frontdame Romy Vager en dat is niet voor niets. Om origineel uit de hoek te komen, moet je dezer dagen al van ver komen en RVG komt uit Australië, dus dat treft. Bovendien klinkt hun frontvrouw als een kruising tussen Mike Scott van The Waterboys en Adrian Boland van The Sound. Dat hadden we nog niet. En hoe dat kan? Wel, lieve Romy heette vroeger Ryan.

Dat hele transgenderding is echter alleen maar een aha-erlebnis achteraf, meer niet. Wanneer je de band voor het eerst hoort, weet je dat niet en dus is het zeker niets dat meteen aandacht oplevert, tenzij misschien bij een liveshow. Maar er is meer nodig dezer dagen om aandacht te trekken en meer heeft RVG ook te bieden zoals goede songs met diepgravende teksten en veel overgave. De songs herinneren aan het era van Echo And The Bunnyman, Psychedelic Furs en The Go-Betweens, maar ondanks dat postpunkgeluid is de band ook niet vies van wat humor hier en daar.

Zo is IBM tegelijk een grappig en hartverscheurend liefdeslied over iemand die niet doorheeft dat ze verliefd is op een machine en bekent Vager in Heart Paste dat ze datgene wil wat ze eigenlijk niet nodig heeft: persoonlijke charme. En in de titeltrack lijkt Vager onaangedaan wanneer ze onterecht wordt terechtgesteld. “You can open me up/ You can dig forever/ You won’t find what you’re looking for: there is no evil in me” zingt ze dapper.

Het knappe aan de plaat is dat de nummers gerangschikt staan van goed naar best. De drie openers zijn zeer leuk, maar vanaf Eggshell World gaat het niveau nog de hoogte in. Vanaf hier lijken de teksten ook persoonlijker te worden. De manier waarop ze alle gekwelde artiesten (inclusief zichzelf?) lik op stuk geeft in Vincent Van Gogh is indrukwekkend.

Nog beter wordt het in Feral Beach, een doodeerlijke song over vervreemding. “I don’t feel like someone that you love, just as something that you own. I’m going home/ out of reach to Feral Beach”, klinkt het. En ook al bestaat die plaats niet echt, toch begrijp je helemaal wat Vager bedoelt.

Het enige minpunt aan deze plaat is dat het met de achtste track (That’s All) ook werkelijk gedaan is. Je bent dan nog geen halfuur later dan wanneer je op de play-knop drukte. Gelukkig is er dat repeat-symbooltje.

26 augustus 2018
Marc Alenus