Sam Roberts Band - Lo-Fantasy
Paper Bag
“We’re all shapeshifters / we’re all lonely drifters”, zo begint ‘Lo-Fantasy’ van Sam Roberts en zijn band. Onbekenden voor ons, maar in thuisland Canada kwam hun nieuwe album binnen op de derde plaats in de hitlijsten. Vijf platen zijn al aan ons voorbij gegaan en bij nader inzien maar goed ook. Bij deze: maak kennis met de Sam Roberts Band.

Ze zijn populair daar in Canada. In 2004 en 2009 won Sam Roberts de Juno Award – dat zijn de plaatselijke MIA’s – voor beste album van het jaar. Bij alle andere platen had hij een nominatie vast. Of dat met ‘Lo-Fantasy’ ook zal gebeuren valt nog af te wachten, maar wij begonnen in ieder geval al snel tekenen van verveling te vertonen bij de herhaaldelijke beluistering.
De band wilde deze keer gaan voor een meer elektronisch geluid en nam daarvoor de Britse producer Youth onder de arm, bekend van werk met The Verve en Crowded House. Resultaat is eigenlijk dat er niet zo gek veel veranderd is, of het moesten de irritante bliepjes in Chasing The Light of in de intro van The Hands Of Love zijn.
Sam Roberts Band hebben een handelsmerk: ze maken pretentieloze gestroomlijnde popmuziek. In openingstrack Shapeshifters valt dat nog mee en neemt die gestroomlijnde popmuziek ons mee terug naar de jaren zeventig van Chic en consorten. Een nummer dat in een post-Get Lucky-tijdperk onvermijdelijk aan Daft Punk doet denken.
Vonden we ook aardig (maar dan zitten we al in de tweede helft van de plaat): Too Far. Dat niet zou misstaan op die aankomende nieuwe van The Kooks en de ballad Never Enough (met weliswaar overbodige synths) dat tenminste nog een poging tot diepgang onderneemt in de tekst. Maar nu worden we mild, uit pure noodzaak.
Momenten van ergernis zijn onder meer single We’re All In This Together, in de Canadese hitlijsten goed voor een tweede plaats, maar in onze oren vooral gemakkelijk volksvermaak. In Human Heat klinkt het ietwat potsierlijk “You’re your own worst enemy”, en, op een aardig Vampire Weekend-achtig gitaarriedeltje na, heeft ook Human Skin maar weinig te bieden.
Slecht is het allemaal niet, maar tijdens het luisteren vragen wij ons af waarom we hier in godsnaam onze tijd in zouden moeten stoppen? Stompzinnige teksten als: “The world’s on fire / try and hold on”, (uit Angola) worden ingebed in een aanstekelijk, maar telkens weinig origineel popmelodietje.
Laat ons het erop houden dat er betere Canadese exportproducten zijn.