Scott H. Biram - Nothin' But Blood

Bloodshot Records

Badend in een rivier van bloed siert Scott H. Biram de cover van zijn nieuwste plaat ‘Nothin’ But Blood’. The Dirty Old One Man Band brengt zijn negende studioalbum uit via Bloodshot Records en weeft dat bloed en al zijn metaforen als een rode draad doorheen de twaalf nummers.

Nothin' But Blood



Het feit dat Biram met niemand anders rekening hoeft te houden draagt waarschijnlijk bij tot de muzikale variëteit, die hij aan de dag brengt op ‘Nothin’ But Blood’. Het gaat van country over blues tot punk en zelfs metaltinten kan je hier en daar ontwaren.

In opener Slow & Easy leidt zijn gedachtestroom ons van zijn eerste pornoboekje naar het huilen in de nacht; een hele ommekeer, die Biram zonder problemen weet te verwoorden. Het is een gemakkelijk te beluisteren bluesnummer dat onbeschaamd een week lang in je hoofd kampeert.

Blijkbaar is Biram geen vrolijke dronkaard maar eerder een agressieve. In Alcohol Blues  speelt Biram de rol van jaloerse dronkelap: “You can’t be my woman sucking and fucking some other motherfucker too”. En in Only Whiskey grauwt hij dat hij enkel nog het bed zal delen met zijn fles whiskey.

Tussen de punk van Church Point Girls en de (verrassende) metalinslag van Around The Bend vind je dan weer een countryballad als Never Comin’ Home of een spiritual in When I Die. Hoewel er zoveel verschil tussen de nummers ligt, is de handtekening van Scott Biram niet te missen en past hij alles mooi bij elkaar.

Al bij al gaat het bij Scott H. Biram vooral simpelweg om het plezier van de muziek. Zo hangt er eigenlijk helemaal geen zwaar verhaal vast aan Nam Weed, toch geen licht onderwerp. Het was gewoon het toevallige resultaat van een verknipte “Don’t Mess With Texas”-sticker en een filmscène uit Jacob’s Ladder. Heel wat anders dan de gemiddelde filosofische indiegroep, die er een bijpassend boek vol verklaringen zou hebben bijgeschreven.

Het album telt ook enkele oude americanacovers, die hij moeiteloos tot de zijne maakt. Een onomwonden Jack Of Diamonds, een Howlin’ Wolf-achtige Backdoor Man en een countryversie van I’m Troubled zorgen voor herkenbare rustplaatsen.

Maar het is vooral zijn beklijvende versie van Amazing Grace die ons kan bekoren. Sluit de gordijnen, knip een doffe lamp aan, zink weg in je gemakkelijkste sofa en laat amazing Scott over je heen spoelen.

Jammer genoeg eindigt de plaat met twee vlakke nummers. When I Die en John The Revelator (samen met Jesse Vain)  vervelen aan het staartje en halen het niveau van de voorgaande nummers niet.

Scott H. Biram is niet alleen een eenmansband maar ook een manusje van alles. Hij weet zijn blues in synthese te brengen met eender welk genre en komt ermee weg. Een “scumbag Leonard Cohen” werd hij genoemd door Shooter Jennings. En we zouden het nog gaan geloven ook.

2 maart 2014
Michiel Verplancke