Sean Paul - Tomahawk Technique

Atlantic Records

Neen, ook wij bleven niet onbewogen bij de stomende dancehallhits tijdens onze jaarlijkse vakanties in het broeierige Salou. Wat een nummer als Temperature bij mensen los maakt? Je wil het niet weten. Maar daarom keken wij dus ook uit naar Sean Pauls vijfde album. Nog voor we een noot hoorden, zagen we heupen al van links naar rechts kronkelen en lijven gewillig door de knieën gaan.

Tomahawk Technique



Maar ‘Tomahawk Technique’ is niet dezelfde hitmachine als ‘The Trinity’. Sean Paul integreert nieuwe genres op dit album met behulp van een reeks vette producers, die ook in dienstverband werken bij Ultratoppers als Katy Perry, Justin Bieber, Nelly, Usher, Rihanna en Ne-Yo. Wat kan er dan nog mislopen, zou een mens denken. Veel blijkbaar want dit album klinkt ons over zowat de hele lijn flets in de oren.

Dat wordt al snel duidelijk bij de twee singles die vooraan het album prijken. Als je ons had verteld dat Got 2 Luv U het b-kantje van Dr. Alban’s It’s My Life is, we hadden het waarschijnlijk zonder aarzelen geloofd. Tot daar het goede nieuws. Het refrein waar de jonge Amerikaanse r&b-zangeres Alexis Jordan voor mag opdraven is echter zo flauw dat onze sanseveria’s er zelfs het hoofd bij laat hangen.

Ook Kelly Rowland krijg maar een dom bijrolletje toebedeeld in How Deep Is Your Love, dat eveneens zijn mosterd in de eurohouse van jaren negentig haalt. Door de dikke laag stroop die erover wordt gesmeerd kunnen we nauwelijks nog enige sexiness herkennen in dit gedrocht. In hetzelfde bedje ziek zijn She Doesn’t Mind, Dream Girl en Hold On, die grossieren in meligheid en oppervlakkigheid. Het op David Guetta en Swedish House Mafia “geïnspireerde” Touch The Sky helpt er ook al niet veel aan.

Hier en daar gaat de thermometer alsnog de hoogte in. In Body wordt een goede scheut kuduro geïnjecteerd. Verwacht niet meteen Buraka Som Sistema, maar Major Lazer komt toch al aardig in de buurt. In het eenvoudige Roll Wid Di Don krijg je Sean Paul met weinig franjes en zonder uitgemolken synths op z’n best te horen. Maar het is maar een magere troost op dit verder allesbehalve avontuurlijke album.

6 maart 2012
Koen Van Dijck