Simple Minds - Big Music
Caroline
Het moet toch een beetje pijn doen: in de jaren tachting de hits aan elkaar rijgen, nu een nieuwe plaat uitbrengen die niet eens zo slecht is; en toch helemaal niets zien bewegen. Het overkomt Simple Minds met ‘Big Music’.

Naar eigen zeggen wilde Jim Kerr deze plaat maken nadat hij Prince live had zien spelen. Hij was daarbij allerminst onder de indruk. “Ik was kwaad. Hij speelde niets dat ik wilde horen. Het was alleen maar jazz-funk. En wie wil dat nu horen?”, liet hij in de pers optekenen. Nochtans deden Simple Minds de voorbije zomer nog exact hetzelfde op TW Classic waar ze een wel erg uitgebluste indruk maakten.
Wat de link is tussen de woede over Prince en deze ‘Big Music’, daar hebben we het raden naar. Want Kerr legde het niet verder uit en geen enkele interviewer ging er verder op in. Wij denken na het luisteren van ‘Big Music’ dat Kerr zijn fans datgene wilde geven waar ze op zaten te wachten: de grandeur van weleer, maar dan zonder gedateerd te klinken. Er zit weer vuur en spelvreugde in ‘Big Music’. Of alleszins toch in de helft van de plaat.
De prijsbeesten van ‘Big Music’ heten Blood Diamonds en Spirited Away. Blood Diamonds is een nummer dat door de synths waar het op drijft een festivaltent anno 2015 aan het dansen zou kunnen brengen, maar tegelijkertijd erg triest klinkt. Kerr laat een snik in zijn stem horen die hij niet vaak genoeg gebruikt. Wanneer hij “Once we were lovers / once we were pure as friends”, zingt, horen we dat hij echt triest is om wat er misgelopen is in het verleden. Als tegengewicht is er Spirited Away, een nummer waarin Kerr zich neerlegt bij de onbegrijpelijkheid van het bestaan. Het is wat het is.
Nog heel aardig: opener Blindfolded, die zonder schroom naast Waterfront mag staan. Of Bittersweet (op de deluxe version) waarin Jim Kerr een halve minuut lang aan Mark Lanegan doet denken. Imagination is ongevaarlijk, maar komt live allicht goed tot zijn recht. En de titeltrack weet net aan de goede kant van de bombast te blijven.
Aan de andere zijde staat het wat te brave Midnight Walking, het onaf aandoende Concrete And Cherry Blossom en de saaierds Broken Glass Park en Honest Town . Deze laatste begint weliswaar veelbelovend, maar zakt dan helemaal weg in een makke versie van wat het beloofde te zijn.
Er zijn ook enkele covers te vinden op ‘Big Music’. Dat Simple Minds niet vies zijn van covers weten we al sinds die middelmatige coverplaat ‘Neon Lights’ (2001), die hen terug in de spotlights moest brengen nadat ze gedumpt waren door EMI. Op de reguliere versie van ‘Big Music’ coveren ze Let The Day Begin van The Call, een wat overbodige versie van dit nummer aangezien Black Rebel Motorcycle Club hetzelfde recent nog deed op ‘Specter At The Feast’ waar frontman Robert Levon Been zijn vader eerde met een definitieve versie.
Wie de deluxe editie in huis haalt, krijgt er ook nog twee covers bij. De eerste cover is Riders On The Storm van The Doors dat omgetoverd wordt tot iets oppervlakkig Tiësto-achtigs en dat we liever nooit meer horen. De tweede is Dancing Barefoot van Patti Smith waar een zekere Sarah Brown de zang voor haar rekening neemt. Interessant, maar geen Simple Minds meer.
Simple Minds die in deze tijd nog een nieuwe plaat uitbrengen; is het nog nodig? ‘Big Music’ is lang niet slecht, maar het blijft toch bij preken voor eigen parochie.
Simple Minds speelt op 15 november in de Lotto Arena.