Sloan - The Double Cross

Yep Roc Records

De vergelijkingen die Sloan naar het hoofd geslingerd krijgt, gaan van Nirvana tot The Strokes en de Canadese versie van The Beatles. Dat krijg je natuurlijk als je elk bandlid aan het schrijven zet en hen om beurten de microfoon voor de neus houdt. Maar het zorgt ook voor gezonde variatie. En dat houden zo ook al twintig jaar vol (vandaar ‘The Double Cross - XX, heb je hem?). Maar na twintig jaar powerpop maken, blijft vooral nog de pop over en lijkt het aandeel power spijtig genoeg weg te zakken.

The Double Cross



De ondertussen in Toronto gevestigde groep - oorspronkelijk komen ze uit Halifax - probeerde al die tijd door te breken in Amerika en ondernam in de rest van de wereld ook pogingen om voet aan de grond te krijgen. Maar het gehoopte grote succes bleef totnogtoe bescheiden. In België vind je enkel Underwhelmed van hun debuutplaat ‘Smeared’ terug op een compilatie van De Afrekening uit 1993.

In Canada geniet Sloan een cultstatus en daar snappen ze allicht niet waarom we de groep niet op handen dragen. Dat ze dat daar vandaag de dag nog steeds doen, snappen wij dan weer niet. In hun beginperiode had Sloan nog een scherp kantje waar we ons al eens graag aan sneden. Grunge en Sonic Youth schemerden door in hun muziek. Maar op het in 2008 verschenen ‘Parallel Play’ kon je al voelen dat ze er niet in slaagden nog steeds hun tanden in onze oren te zetten.

In eerste instantie laten ze met Follow The Leader en Unkind horen up-to-date te zijn met de hedendaagse popcultuur en puren ze met een beetje geluk hier nog een klein radiohitje uit, maar verder komen ze met ‘The Double Cross’ niet. Alle pogingen ten spijt klinken ze ons fletser dan ooit, weinig origineel en als dertien in een dozijn. Zelfs wanneer er stevigere gitaren aan te pas komen zoals in It’s Plain To See of wanneer punk het voortouw neemt in I’ve Gotta Know, voelen we dat ze het ooit veel overtuigender gebracht hebben. Ook op hun dromerigst zoals in Your Daddy Will Do maken ze weinig indruk.

Hoogtepunten voor ons zijn de bluesrock van Traces dat met zijn rechttoe rechtaan groove overeind blijft en het naar Hot Chip neigende Beverly Terrace. Daarmee breien ze nog een boeiend einde aan ‘The Double Cross’. Verder laten we het voor wat het is en grijpen we met plezier terug naar ouder spul van Sloan. Een gemiste kans gezien het talent en de ervaring. Powerpop, for what it’s worth. Maar ook niet meer dan dat.

30 september 2011
Koen Van Dijck