Soldier's Heart - Night By Night

Universal Music Group

Dat het Antwerpse Soldier’s Heart geluidsgolven voortbrengt die zelfs de meest getraumatiseerde oorlogsveteraan een verzetje bieden, daar is elke muziekminnende medemens het erover eens. Helaas kregen we De Nieuwe Lichting-laureaat van editie 2013 amper te horen: een vijftal singles, nadien verzameld op een ep’tje, vatten hoog en droog post in de hitlijsten. Drie lange jaren tikten weg, terwijl Soldier’s Heart in het verre buitenland op veroveringstocht was en onze honger naar meer alsmaar groter werd. Toen het debuut zich eindelijk aandiende, meldden we ons terstond als voorproever, vork en griffel gulzig in de aanslag.

Night By Night



Amsterdam, Rotterdam, Londen, New York: het lijkt wel of Soldier’s Heart, met hun al met al beperkt repertoire, overal ter wereld voet aan grond kreeg – tot in Japan toe. In Portugal wonnen ze zelfs een prestigieuze muziekwedstrijd. Hier maakten ze furore op thuishaven Studio Brussel; hun debuutsingle African Fire finishte er knap derde in de lijst van meest gedraaide nummers van 2013, vlak na de wereldhits van Bastille en Daft Punk. De toekomst leek verzekerd.

Dat de bandnaam een verouderde term is voor posttraumatisch stressstoornis zal u wel al ergens gelezen hebben. Twee eeuwen geleden was Soldier’s Heart alomtegenwoordig in de strijdkampen van de Amerikaanse Burgeroorlog. Intussen wordt Soldier’s Heart, aangevoerd door de zwartharige-schone-met-pony Sylvie Kreusch, eerder geassocieerd met zweverige indietronica (in hippe cultuurkringen wordt zelfs gewag gemaakt van “psychedelische vibes”).

Voor trauma’s hoeven we na de openingstrack al niet te vrezen: een succesvolle flirt met r&b waarbij de elegante zweefstem van Kreusch je een catchy refrein toefluistert – zacht maar dwingend, teder met een scherp randje. "Let it all end" luiden de mistroostige woorden, een opener die weinig levensvreugde belooft voor het komend half uur. De toon is gezet, het niveau klimt hoog: kwaliteitsvlees in de kuip.

Met die andere successingle New Housie flaneert het gezelschap dan weer langs drum ’n bass. Een sterk refrein dat zich spontaan tot meezingen leent – in tegenstelling tot Spasm, waarin de overdadige elektronische effecten weinig bijbrengen. De hiphopbeats en technofoefjes houden het lied met moeite overeind en naar het einde toe verdrinkt het alsnog in een wanordelijke elektronicasoep. Jammer: de technoloze versie zou zeker aardig geklonken hebben, met dat refrein dat zich alweer in het geheugen nestelt.

Even later gaat het album met titelsong Night By Night de obscure toer op: het evoceert een schemerig naaldwoud, waar de mist zich met de echo van Kreusch vermengt en tussen de kale bomen drijft. Een flikkerende bas verhoogt de hartslag, een verrukkelijk getimede snaredrum doet halfweg z’n intrede en plots weerklinkt slome drum ’n bass. De onderkoelde elektronica is op mysterieuze wijze toch meeslepend: een hoogtepunt.
 
Tussendoortje Lola Rennt steekt wat bleekjes af tegen de rest, maar het aansluitende Savage beschikt wederom over een catchy refrein – een aangename constante doorheen de plaat trouwens – helaas lopen beide songs niet over van de verfrissende ideeën. De psychedelische synths in Divine herinneren dan weer aan het experimentele karakter van de groep en ook het slot, waarin de fragiele stem van Kreusch rust op een stoere hiphopbeat, is typerend: een al even gewaagde als geslaagde combo.

'Night By Night' begint sterk maar halverwege lijkt die donkere nevel waarin de eerste helft van de plaat gehuld is wat op te lossen. Na drie jaar bricoleren hadden we meer consistentie verwacht, maar de maturiteit die Soldier’s Heart aan de dag legt maakt de dipjes ruimschoots goed. Originele vondsten en de zucht naar het onconventionele bezorgt de band een unieke identiteit, wat weinig beginnende groepen gegeven is. Kortom: dit viertal heeft ballen, en die heb je nodig om boven de grijze massa uit te stijgen. Benieuwd naar de tweede.

27 februari 2016
Quentin Soenens