Sophia - Technology Won't Save Us
Flower Shop Recordings
‘Technology Won’t Save Us’, van een eeuwige zwartkijker als Robin Proper-Sheppard hadden we niet veel anders verwacht. Al vier platen lang verpakt hij met Sophia zijn fin de siècle-gevoel in wondermooie songs, delicaat balancerend op de dunne rand tussen pathos en weemoed. Twee jaar geleden kondigde ‘People Are Like Seasons’ nog een stijlbreuk aan, waarbij de gitaren en distortionpedalen meer doorheen de treurnis kwamen kijken. Op deze vierde plaat trekt Proper-Sheppard die lijn door.

De dramatische titeltrack heeft natuurlijk een betekenis. Wanneer een vader en een zoon tijdens een rustig boottochtje voor de Engelse kust motorproblemen krijgen, maken ze gebruik van een mobiele telefoon om de hulpdiensten te verwittigen. Enkel slagen die diensten er nooit in het duo te redden: enkele kilometers voor ze de drenkelingen kunnen bereiken, verdrinken vader en zoon. Die gevoelswending uit zich ook in de song: een rustig gitaarlijntje wordt halverwege overspoeld door dreigende strijkers, die golf na golf uitdeinen tot een bombastische finale.
En meteen is de toon gezet. De eerste single Pace mag dan wel iets minder sterk en aanstekelijk zijn dan zijn voorganger Oh My Love; met de doordringende drum als toonaangever laat Proper-Sheppard nogmaals blijken dat hij zich niet voor een vakje wil laten vangen. Nochtans blijven de thema’s dezelfde: Weltschmerz en machteloosheid overheersen ook ditmaal de teksten. Ook bij Where Are You Now zit diezelfde oerschreeuw om liefde en affectie. De weggelopen geliefde, het zoeken naar een manier om het allemaal te vergeten(“The whiskey and gin/they ain’t helping things”), we hebben het allemaal al zovele malen eerder gehoord. En toch weet Robin Proper-Sheppard telkens opnieuw de juiste snaar te vinden.
Even verder weerklinkt met Big City Rot dan ook het ware hoogtepunt van deze ‘Technology Won’t Save Us’. Niet meer dan een akoestische gitaar en een aanzwellende viool zijn er nodig om deze grootstadblues in een prachtige song te gieten. “I just realized I can’t afford to live in this city/but who cares, no one ever smiles and the weather’s shitty” zo klinkt een getergde Proper-Sheppard. Maar er schuilt toch een sprankeltje hoop in het leven van de man: “But at least with Hope in my life/I feel like I’ve got a home”, zo verduidelijkt hij het belang van zijn dochtertje in zijn leven.
Tien jaar na debuutalbum ‘Fixed Water’ lijkt Proper-Sheppard eindelijk uitgemaakt te hebben welke richting hij Sophia wil uitsturen. Van de zwartgallige en verbitterde songschrijver die op de eerste twee platen fel naar voren kwamen, is niet veel meer te merken. Enig cynisme is hem nog altijd niet vreemd, maar nog meer dan op ‘People Are Like Seasons’ probeert Robin Proper-Sheppard een brug te slaan tussen de twee bands die hem groot gemaakt hebben. Hij koppelt de grootsheid van The God Machine aan de tragiek van Sophia, zoals in het instrumentale Twilight at the Hotel Moscow. In afsluiter Theme for the May Queens No. 3 komt dat ander nevenproject dan weer even opduiken. Toch blijft het geheel heel Sophia klinken, zonder een radicale stijlbreuk te zijn met al het vorige.
Zowel muzikaal als tekstueel(“And I still believe in the goodness of Man/despite the evil in my world”, zo klinkt het in Lost(She Believed in Angels)) weet Sophia een aantal stevige mokerslagen in ons gezicht te geven, zonder evenwel het oog voor subtiliteit te verliezen. We zouden kunnen bekritiseren dat met slechts zeven ‘echte’ nummers en drie instrumentals Robin Proper-Sheppard zich er te snel vanaf heeft gemaakt, maar dat zou deze plaat onrecht aandoen. Dit is pure klasse.