Sound City Players - Real To Reel
Roswell
Er zijn weinig platen waar we dit voorjaar zo naar uitkeken als naar ‘Real To Reel’ van Sound City Players. Het verhaal achter de plaat: Dave Grohl, de sympathiekste peer uit de rockwereld, maakt een documentaire over de geschiedenis van de legendarische Sound Studio in Los Angeles. Als soundtrack besluit hij om een heel aantal van de muzikanten die daar doorheen de jaren opnamen in wisselende bezettingen om zich heen te verzamelen en hen in dezelfde studio een nieuw nummer te laten opnemen: Sound City Players zijn geboren.

Het lijstje namen dat Dave Grohl heeft kunnen verzamelen is indrukwekkend. Er doen leden mee van Nirvana, Queens Of The Stone Age, Nine Inch Nails, Rage Against The Machine, Kyuss, Slipknot en Black Rebel Motorcycle Club en ook Paul McCartney komt een nummertje meezingen. Nu al even legendarisch zijn de drie shows van drie uur die Dave Grohl samen met een aantal van deze muzikanten live gaf ter promotie van de Sound City-documentaire. Midden februari was er zo nog eentje in Londen te zien.
We kenden al Cut Me Some Slack oftewel Paul McCartney die met Dave Grohl en Krist Novoselic en Pat Smear van Nirvana de grunge herontdekt, zich een weg door de song schreeuwt en zijn meest rock-n’-rolle prestatie sinds Helter Skelter van The Beatles levert. Hoewel niet elke andere song op de plaat van dit hoge niveau is, is ‘Real To Reel’ zeker het aanschaffen waard.
Zo valt The Man That Never Was of eigenlijk Foo Fighters met Rick Springfield een beetje licht uit. Het klinkt een beetje als alles wat Foo Fighters op hun eentonige ‘Wasting Light’ hadden staan. Dan is Your Wife Is Calling, met leden van Foo Fighters aangevuld met Alain Johannes van Queens Of The Stone Age en Lee Ving van de jarenzeventigpunkband Fear stukken beter. Een stamp in de kloten.
In From Can To Can’t horen we Corey Taylor van Slipknot en Stone Sour op zang, versterkt met leden van Cheap Trick (die van seventiesclassic I Want You To Want Me) en Kyuss. De song start als een ballad en groeit langzaam uit tot een ietwat pathetische liefdesrocksong waarvan we toch keer op keer genieten. Noem het een guilty pleasure. Nog beter is If I Were Me, een mooi rustig nummertje met Grohl op zang waarop ook plaats is voor een streepje viool verzorgd door Jessy Greene van The Jayhawks.
You Can’t Fix This valt een beetje uit de toon op deze plaat wegens een echte popsong, maar dat doet niets af aan de kwaliteit van het nummer op zich. We horen Stevie Nicks van Fleetwood Mac op zang en iets vertelt ons dat ze stevig haar stempel heeft gedrukt op dit nummer, want het had ook een nummer van Fleetwood Mac kunnen zijn. Sterk!
Queens Of The Stone Age namen al hun platen op in de Sound City-studio en dus kon ook Josh Homme niet ontbreken. Hij brengt Dave Grohl en Alain Johannes mee, alsook Chris Goss, die alle platen van Queens Of The Stone Age mocht producen. Centipede is een verrassend rustige song, althans tot de uitbarsting volgt na drie minuten. Dezelfde bezetting, maar deze keer met Alain Johannes op zang krijgen we in A Trick With No Sleeve, een toch wat te matige song. En Homme is gewoon een betere zanger.
Sluitstuk van deze plaat is het bijna acht minuten durende Mantra waarin Grohl de voornaamste vocals voor zich neemt, maar ook Trent Reznor zich laat horen en ook nog eens Josh Homme meespeelt. De song doet ons na afloop meteen grijpen naar de repeatknop.
Een eenvoudige optelsom als conclusie: wij telden op ‘Real To Reel’ zeven heel goeie songs, twee goeie en twee matige. Dat gegeven aangevuld met het feit dat dit een plaat is die een stukje muziekgeschiedenis op zich vormt kan u geen excuus meer geven om deze plaat niet in huis te halen.