Steve Earle And The Dukes - Terraplane

New West Records

Hoog tijd voor de blues, volgens Steve Earle. Of zoals hij het zelf omschrijft in de inleiding “Hell, everybody’s sick of all my fucking happy songs anyway”. Tijd dus voor ‘Terraplane’.

Terraplane



Zowat alles aan deze plaat ademt verleden. Tot en met de prachtige cover (die wat aan Joost Swarte’s werk doet denken) van Tony Fitzpatrick toe. Steve Earle heeft dan ook een oude stem. En niet alleen omdat hij stilaan op gezegende leeftijd is. Zijn wat hijgende vocalen passen perfect bij de songs, die hij hier bij elkaar heeft geschreven. En bij de blues trouwens ook.

Dat hij dan naar Robert Johnson verwijst in The Tennessee Kid zal niemand verwonderen. Bovendien past de legendarische gitarist perfect in het verhaal van de jongen die zijn ziel wil verkopen om ook gitaar te leren spelen, maar te laat komt. En de duivel siste niet meer dan “Hey hey hey hey”. Je voelt zowaar de rillingen over je lijf lopen.

Sommige van de songs zijn intriest. Zoals het diep gravende Better Off Alone met de zeurende gitaar op de achtergrond, waardoor het nummer nog triester aanvoelt. Enkel in de gitaarsolo kan je nog troost vinden. Of neem het bijzonder actuele Gamblin’ Blues waarin een kind zijn pa smeekt om het weinige geld dat ze hebben toch niet te vergokken. Maar het zijn de blues, dus je weet vooraf al dat dit slecht afloopt.

Niet alle liedjes zijn nochtans even pessimistisch. De hoofdpersoon in Ain’t Nobody’s Daddy Now is dan wel alleen, maar kan daar duidelijk best mee leven. En dat hoor je ook aan de muziek. Hetzelfde geldt voor Baby’s Just As Mean As Me, waarin Earle de hulp krijgt van Eleanor Whitmore. De fiddle fladdert er doorheen en Earle en Whitmore zingen hun geluk uit omdat ze duidelijk voor elkaar geboren zijn, ook al is dat niet om de reden die voor de hand ligt.

Maar het zijn nog altijd de blues uiteraard. En als je dan door de King Of The Blues op sleeptouw wordt genomen, heb je al snel door dat die eretitel met het nodige sarcasme mag genomen worden. Let trouwens ook op prachtige teksten als: “I’m a lover a fighter a prophet a fool / The keeper of confidences / The lord of misrule / … / I’m the last word in lonesome / And the king of the blues.” Je krijgt er bijna een krop van in de keel.

Steve Earle heeft met ‘Terraplane’ en met The Dukes een bijzonder straffe plaat gemaakt. Ideaal als aanloop om terug in het verleden van de blues te duiken. Maar evengoed te savoureren op zijn eentje.

25 april 2015
Patrick Van Gestel