Steve Hackett - Beyond The Shrouded Horizon
InsideOut Music
Van de klassieke Genesisbezetting is Steve Hackett diegene die het trouwst gebleven is aan zijn symfonische roots. De gitarist zoekt de media-aandacht niet op en werkt onverstoord aan een origineel en persoonlijk oeuvre. 'Beyond The Shrouded Horizon' is een reis rond de wereld in dertien songs. En het is alweer de tweeëntwintigste aflevering uit "The History Of Music According To Steve Hackett".

Hackett laat zich geen muzikale trends opdringen maar selecteert bewust uit het betere aanbod. Diverse artistieke invloeden - van wereldmuziek en blues tot klassiek - laat hij op zich inwerken, en het resultaat is steeds een tijdloos eclecticisme.
Weinig gitaristen uit de progrock zijn zo bepalend geweest voor het geluid van hun groep als Hackett. Zijn spel getuigt van een unieke signatuur. Daar draait het in prog vaak om. Je hoort meteen wanneer Bill Bruford, Alan White of Carl Palmer achter de drumkit zit. Ook Hacketts gitaar herken je uit de duizend.
Op 'Beyond The Shrouded Horizon' is deze gitaar alomaanwezig, maar dit een gitaarplaat noemen is te beperkend. Met ervaren acolieten als Roger King (toetsen), Nick Beggs (bas) en Gary O'Toole (drums) zit er flink wat klasse en power in de begeleiding.
Het album wordt dan ook stevig op gang getrokken met een locomotief van een song. De stoommachine achter Loch Lomond moet beslist op whisky in plaats van water werken. Nu de ketel en drijfstang op snelheid zijn, verrijst Hacketts symfonische gitaar als een feniks uit zijn as. The Phoenix Flown is de handtekening van de meester.
Hackett is misschien geen groot zanger, maar als hij vertelt, hangt iedereen aan zijn lippen. Zijn meeslepende verhaaltrant drijft in Til These Eyes op klassieke gitaar en orkestratie. Oorstrelende klanken uit de e-bow openen Prairie Angel en nemen je in vogelperspectief mee over de vlakten waar Amerikaanse bizons grazen. Maar door een plotse wending dendert de trein op metalriffs naar de afgrond van een canyon.
Gelukkig worden we door de engel van de prairie van een gewisse dood gered en heft zich in A Place Called Freedom een hymne aan waarin Hackett zijn voortreffelijke keuze in akoestische en elektrische sixstrings demonstreert. Ook Between The Sunset And The Coconut Palms klinkt angelisch en onbezorgd.
We steken de oceaan over naar het Oosten. Waking To Life is aangekleed met sitarklanken. In Two Faces Of Cairo gaan de donderende drums het duel aan met een gierende gitaar. Hackett bewijst hier nog eens zijn ongelofelijke technische beheersing.
Na een wat zeemzoeterige ballad - maar Hackett komt er mee weg! - en een mooi akoestisch miniatuurtje kan het contrast met het stampende bluesritme van Catwalk niet groter zijn. De meester laat zijn instrument janken, kreunen en tieren.
Turn This Island Earth is een gepast orgelpunt: de sfeerwisselingen, tempoveranderingen en dynamische verschuivingen maken er een widescreen drama voor de oren van. Dit is ware progressieve muziek.