Steve Hackett - The Circus And The Nightwale

InsideOut Music

The Circus And The Nightwale

In een recent interview met het Britse tijdschrift Far Out Magazine noemt toetsenist Tony Banks zijn oud-collega Steve Hackett als de echte erfgenaam van classic Genesis. Dat wisten wij natuurlijk al langer, maar dat Banks deze "bekentenis" aflegt heeft blijkbaar nieuwswaarde. Het zal Hackett zeker deugd doen, want de gitarist steekt veel energie in het live brengen van de oude Genesis-platen. Ook het nieuwe, persoonlijke studioalbum ‘The Circus And The Nightwale’ gebruikt de inmiddels drieënzeventigjarige gitarist om terug te blikken.

 

Op één domein moet Steve Hacketts jongste worp het sowieso wel afleggen tegen zijn voormalige broodheer en dat is het artwork. Genesis kon in de seventies rekenen op de surreële schilderijtjes van Paul Whitehead; leuk voor de fan, die nu het verse vinyl wil aanschaffen. Het design voor ‘The Circus And The Nightwale’ zal ook niemand onverschillig laten, maar of iedereen hierdoor gecharmeerd zal worden?

Gelukkig is de muziek een ander paar mouwen. Ronkende en gierende gitaren snijden de rook aan flarden in People Of The Smoke. Het is het beeld dat een piepjonge Steve zich herinnerde van de stoomtreinen in fifties Londen waarin ronkende en gierende gitaren nog niet bestonden.      

In dit Londen begint wat Hackett een universele reis noemt en Travla is de reizende hoofdpersoon van een conceptalbum dat ons op sleeptouw neemt in de droomwereld waar de creatieve Hackett sindsdien toe behoort. Een nummer als Enter The Ring staat symbool voor deze overgang, het circus als metafoor voor het podium van de muzikant. Maar in Get Me Out! is Hackett “caught in the ring in a circus of pain”. In Circo Inferno wordt dat “The circus goes around and around / save me, save me”.  

Toch waagt Travla een laatste sprong en komt zo terecht Into The Nightwale. Geïnspireerd door Collodi’s 'Pinocchio' confronteert Travla zich met zijn ergste angsten als hij door de nachtwalvis opgeslokt wordt. Hij leert nu dat enkel liefde die angsten kan bezweren. Het einde lijkt weggelopen uit een brochure van de Bond Zonder Naam, maar muzikaal blijft het album op koers tot en met de flamencogitaar in White Dove.

Interessant is het om Hacketts demonische circus af te steken tegen het Yes-nummer Circus Of Heaven uit ’78. Ook Jon Anderson gebruikte het voor een vergelijking met de wereld van de muziek. Maar terwijl Travla er de gevangene van is, is het in Andersons circus prettig vertoeven. Tenminste tot Andersons zoontje uitroept:  "Oh! It was OK!! But there were no clowns, no tigers, lions or bears, candy-floss, toffee apples, no clowns." Het einde van de seventies was ook het einde van een muzieksector die gretig investeerde in creatieve studio-experimenten.  

Als conceptalbum heeft ‘The Circus And The Nightwale’ duidelijk beperkingen. De plot en de leidmotieven passen op een A5’je, maar muzikaal laat Hackett horen dat hij niet afgeschreven is, ook al heb je het eerder gehoord op ‘Surrender Of Silence’ of ‘Wolflight’. Hackett omringt zich al een eeuwigheid met dezelfde medewerkers en dan verwacht je geen vernieuwing. Je verwacht wel een kwaliteitsplaat en dat is het ook geworden.

6 maart 2024
Christoph Lintermans