Steve Reid Ensemble - Daxaar (Recorded in Africa)
Domino
Jazz- en souldrummer Steve Reid keert terug naar Senegal, samen met compagnons Kieran Hebden en Boris Netsvetaev. Bijgestaan door plaatselijke muzikanten stoffen ze op ‘Daxaar’ de souljazz en fusion uit de jaren 1960 en 1970 af.

Bijna niemand beseft het, maar iedereen kent het werk van Steve Reid. Hij begon op zijn zeventiende achter de bekkens bij Martha & The Vandellas. In die hoedanigheid tekende hij voor de drumpartij op de soulklassieker Dancing in the Street uit 1964. Hij perfectioneerde zijn stiel bij jazz- en soulgrootheden als Chaka Khan, Miles Davis en Dionne Warwick. Op een gegeven moment raakte de carrière van Reid echter wat in het slop. De laatste jaren maakte hij toch enkele opmerkelijke en eigenzinnige platen, niet in het minst dankzij zijn samenwerking met elektronica-whizz Kieran Hebden (Four Tet).
In de sixties toerde Reid al eens uitgebreid door Afrika. Hij speelde in landen als Nigeria, Marokko en Senegal met onder meer Fela Ransome Kuti. In 2007 vinden we hem er terug voor de opnames van ‘Daxaar’, meer bepaald in de Studio Dogo in Dakar. Naast Hebden is ook toetsenist Boris Netsvetaev, al bij het Steve Reid Ensemble sinds ‘Spirit Walk’, van de partij. Ze worden aangevuld met een uitgelezen selectie plaatselijke muzikanten, onder andere uit de band van Youssou N’Dour.
Het Steve Reid Ensemble pakt uit met die Afrikaanse connectie. Er is de ondertitel ‘Recorded in Africa’ en op de hoes staan, in het geel van woestijnzand, de contouren van het continent. Dat is misleidend. De openingstrack Welcome, gezongen door Isa Kouyate die zichzelf begeleidt op kora, druipt ontegensprekelijk van de couleur locale. Maar de rest van de plaat is vooral schatplichtig aan de Amerikaanse zwarte muziek waarmee Steve Reid zijn sporen heeft verdiend.
‘Daxaar’ is quasi achteloos bij elkaar gespeeld, volledig in de tijdgeest van de jaren 1960 en 1970. Het is muziek vanuit de onderbuik waarbij de groove en de sfeer centraal staan. De lome trompetsolo’s van Roger Ongolo doen denken aan Miles Davis ten tijde van ‘Bitches Brew’ en kop eraf als Big G’s Family, compleet met scheurende gitaarsolo van Jimi Mbaye, niet geïnspireerd is door Santana.
Allemaal heel traditioneel en dat dus ondanks de medewerking van Hebden. Het duo Reid-Hebden heeft eerder dit jaar al ‘Tongues’ opgenomen. Klaarblijkelijk hebben beide heren daarmee hun experimenteerdrang voor even geblust. Hebden beperkt zich tot de sound wat bijkleuren en dat doet hij met veel aandacht voor detail. Ook Steve Reid houdt zich in. Hij kiest voor pulserende ritmes zonder al te veel franjes. Samen met de repetitieve keyboardpatronen van Netsvetaev vormen die de basis van de meeste nummers. Het levert opwindende, trance-achtige jams op.
'Daxaar' zal liefhebbers van klassieke organische jazzcombo’s waarschijnlijk niet overtuigen wegens te modern. Indie-fanaten en avant-gardisten, bekoord door voorgaand werk van Reid en Hebden, vinden één en ander misschien te ouderwets. Het zij zo. 'Daxaar' is wat het is: bijdetijdse laid-back funk zonder veel pretentie, waarvan hoofd en schouders onhoudbaar op en neer beginnen te gaan. Een tip voor de bedachtzame headbanger.