Steve Von Till - A Life Unto Itself
Neurot Recordings
Van brulboei bij Neurosis (dat dertig kaarsjes mag uitblazen en momenteel uitgebreid op tournee is) tot ingetogen singer-songwriter, het zijn uitersten, die perfect met elkaar te verzoenen zijn. Aldus Steve Von Till (o.a. ook Tribes Of Neurot, Harvestman,.. ) die met ‘A Life Unto Itself’ wederom zijn zachtere, ingetogen kant laat horen. Net als op de voorganger ‘A Grave Is A Grim Horse’ is dit een album dat zich bij voorkeur laat beluisteren in een rustige, avondlijke setting.

Von Tills’ ‘A Life Unto Itself’ lijkt slechts het donker te verdragen. Het is een album op leven en dood, eentje waar de verpletterende verantwoordelijkheid van mens ten opzichte van medemens en natuur centraal staat. Kortom, geen plaat voor doetjes. Dat blijkt ook uit de hoes waarop we een verstilde waterval zien - met dank aan kunstenaar Aaron Turner (Isis, Sumac .. en zovele anderen) - en uit songtitels zoals Birch Bark Box, Chasing Ghosts, A Language Of Blood,.. Er is niet meteen aanleiding tot een polonaise.
Het gros van de songs werd ingeblikt in Seattle (Avast Recording Co), onder de kundige leiding en supervisie van Randall Dunn (die eerder al onder meer samenwerkte met Earth en Sunn O). Een gedeelte kreeg ook vorm in The Crows’ Nest, de eigen thuisstudio van Von Till.
Met grofweg een dikke vijfenveertig minuten muziek, houdt Van Till het ook relatief kort. Al is er bijzonder veel dat hij kwijt wil. Al van bij opener In Your Wings is duidelijk dat Von Till de emotie van de luisteraar vastgrijpt om daarna niet meer los te laten. Belangrijke elementen om dit te bewerkstelligen: zijn aardedonkere, door het leven getekende baritonstem en de inbreng van zijn medemuzikanten. Zo levert Eyvind Kang wat sfeervolle vioolarrangementen aan, mag J. Kardong op zowat alle songs pedalsteel spelen en tekent Pat Schowe voor percussie, waar nodig.
‘A Life Unto Itself’ staat voor naakte, ontwapenende eerlijkheid. Von Till groef behoorlijk diep in zichzelf om met dit handvol songs naar buiten te komen. Het knappe aan ‘A Life Unto Itself’ is dat hij zich niet beperkt heeft tot wat haastig ingespeelde akoestische songs, maar samen met zijn muzikanten echt hard en uitgebreid gewerkt heeft aan de uitwerking ervan. Dat is duidelijk hoorbaar aan de boeiende, gelaagde sferen en texturen.
Ondanks de eerder homogene sound zijn er toch erg uiteenlopende referentiepunten; onder meer elementen uit psychedelica en postpunk. Ook de invloed van Mark Lanegan is onmiskenbaar evenals de meer folky uitingen van Swans. Opmerkelijk is dat de wat langere songs (de meeste songs duren minstens vijf minuten) steevast natuurlijk, organisch en vooral erg doorleefd aanvoelen.
Cruciaal is dat het album een authentiek en persoonlijk statement is. Dat blijkt misschien nog het meest van al uit de weinig verhullende teksten. Hij documenteert onder meer hoe hij zich verhoudt tot de buitenwereld (“that my life might be worth a few words / carved in stone / for my kin / for to guide them as i have been”), en hoe overweldigend de natuur wel kan zijn (Known But Not Named).
Hij blijft een bijzonder verteller en laat horen dat hij, ondanks het enorme succes van Neurosis en de vele zijprojecten, nog steeds nieuwe wegen opzoekt. Dat blijkt onder meer uit het huiveringwekkend knappe Night Of The Moon, een uitschieter op het album waarbij subtiele elektronica gekoppeld wordt aan de woorden van de Duitse dichter Joseph Freiherr Von Eichendorff.
Kortom : ‘A Life Unto Itself’ is een erg ingetogen en duurzaam album waar de luisteraar zich blijvend aan kan laven.