Submotion Orchestra - Alium

Counter

Submotion Orchestra is een in 2009 in Leeds opgerichte band, die partjes soul en jazz koppelt aan stevige scheuten electronica. Kenmerkend voor het geluid zijn de diepe, groovende baslijnen en de muzikaal progressieve richtingen die de band uitgaat. Op die manier komt de zevenkoppige band wat in het verlengde van allerhande artiesten uit de Ninja Tune-stal/ Toch beschikt de band over een heel eigen persoonlijkheid.

Alium



De erg invloedrijke dj Gilles Peterson is net als Jo Wiley en Trevor Nelson alvast fan, en hopelijk bent u dat, na het lezen van dit stuk, ook.

‘Alium’ is het derde album, maar het eerste voor Counter Records en volgt ‘Finest Hour’ en ‘Fragments’ op. Het is een erg uiteenlopende plaat, die werd opgenomen in Brighton en de Welshe countryside en dat hoor je aan de wat meer akoestische geluiden. Toch hoor je ook de inbreng van ieder bandlid, waardoor de band de grenzen van wat een elektronicaband behoort te zijn, tracht te doorbreken.

De meer dan straffe opener Awakening laat meteen horen dat de band wel weg weet met donkere elektronicasferen. Ook Chrome Units brengt meer van die stevig opgefokte elektronica.

Zangeres Ruby Wood brengt zachte soul in het wat koele Time Will Wait en het wat avondclubachtige City Lights, waar de zangeres even mag uithalen. Het wat uitwaaierende Victim Of Order klinkt kaal, maar erg sensueel en verleidelijk terwijl Rust ongeveer halfweg met zijn uitgerekte trompetsolo’s een muzikaal rustpunt vormt, waarop Wood haar geweldige stem kan laten horen. Bij uitstek doet ze dat ook in het sierlijke, maar erg uitgepuurde Swan Song. En ook in Worries horen we hoe Wood de aandacht naar zich toe trekt.

Ook The Life After en The Hounds klinken al bij al erg rustig en tonen aan dat akoestische instrumentatie (cello, viool, conga’s) en elektronica perfect met elkaar verzoenbaar zijn. Het zijn wat loungy, door trompetgeluiden opgeleukte nummers die vissen in het vaarwater waar ook The Cinematic Orchestra al eens passeert.

Trust / Lust zou omwille van de dubby ritmes en aangename, poppy zang van Wood wel eens uitgelezen voer voor de radio kunnen zijn terwijl Bring Back The Wolf met zijn jachtige, exotische elektronica een tot op heden onuitgegeven soundtrack vormt.

In zijn geheel hebben we een erg uiteenlopende plaat gehoord waarbij het geheel meer dan enkel de som der delen vormt. De band laat horen weg te weten met donkere en sfeervolle elektronica met fijne accenten, maar laat ook ruimte voor wat loungy nummers waarbij vooral de heerlijke stem van Ruby Wood opvalt.

7 januari 2015
Philippe De Cleen