Submotion Orchestra - Colour Theory

Counter

Kleur doet leven. Op hun vierde album brengt het Britse elektronicacollectief Submotion Orchestra een ode aan de veelkleurigheid. De zevenkoppige bende brengt op 'Colour Theory' een geluid naar voren dat grotendeels uit ambient electronics bestaat, maar her en der ook nog dubby en jazzy invloeden incorporeert. Toch weerhoudt het de band niet om via die hedendaagse sounds menselijke emoties aan de oppervlakte te brengen.

Colour Theory



'Colour theory' is een van die albums die je echt als een ondeelbaar geheel moet smaken.  Het geluid is groovy en dansbaar, maar dan op een lowkey en erg subtiele manier. Het soort clevere dancemuziek dat aan de lente doet denken. Maar ook  aan aftersun en laidback feestjes in de zon.

In tegenstelling tot eerder werk neemt frontvrouw Ruby Wood wat gas terug. Slechts op drie van de tien tracks valt ze nog te horen. Om dit verlies op te vangen werd nieuw vocaal talent geworven, zoals de jonge soulster-in-wording Andrew Ashong die op de ambient gitaarfolk van Needs een zeer straffe beurt maakt.  Dat nummer is dan ook het uitgesproken hoogtepunt van het album.

Hoe moedig  de band nieuwere paden opzoekt (More Than This, met soulvolle vocals van Billy Boothroyd bijvoorbeeld blinkt uit in sereniteit en kalmte), toch blijkt het geen eenvoudige klus. De band werd namelijk groot dankzij een unieke blend van dubstep en jazz, maar ruilt dat traject nu in voor een wat kaler en zelfs trivialer geluid.

Neem nu een opgewekte dancetrack als Kimono. Leuk en aardig, tot blijkt dat ze een klein motiefje vier minuten lang loopen zonder er echt veel mee aan te vangen.  Daar staat dan wel tegenover dat In Gold echt naar een climax toe werkt.

In de tweede helft van het album wordt vooral gestoeid met experimentelere sounds. Red Dress bijvoorbeeld teert hevig op onderkoelde synths, maar wordt wel opgeleukt met trompetwerk. Verder onthouden we een verkillende Empty Love, waarin Wood duettert met Ed Harris ; misschien wel  het meest pakkende moment op de plaat. Opvallend, want het bewijst dat Wood van goudwaarde is voor de band. Ook Illusions treft, mede dankzij producer Dom Howard, behoorlijk doel.

Uitsmijter is het heerlijke Ao waarop Catching Flies een bijdrage levert. In zijn geheel is dit een veelkleurig album, maar toch klinkt het naar ons gevoel allemaal net iets te clean om echt indruk te maken. Al bij al hoorden we wel een moedige stap voorwaarts van Submotion Orchestra.

18 april 2016
Philippe De Cleen