Surfer Blood - 1000 Palms

Joyful Noise Recordings

Intussen is het al vijf jaar geleden dat Surfer Blood vriend en vijand verraste met single Swim, en het behoorlijk fantastische album ‘Astro Coast’ dat daarbij hoorde. Vijf jaar is lang in muziektermen; en voor de heren uit Florida is het hard gegaan.

1000 Palms



In 2012 tekenden ze bij major Warner Bros., maar in diezelfde periode werd zanger/gitarist en songschrijver John Paul Pitts ook opgepakt omwille van vermeende agressie jegens zijn vriendin. Hij werd nooit aangeklaagd of veroordeeld, maar de aantijgingen wierpen een dusdanige schaduw over de man, dat vele andere groepen weigerden om met hen op te treden. Toen Surfer Blood een jaar later tweedeling ‘Pythons’ wierp, was die warse plaat duidelijk getekend door alles dat de bandleden doorstaan hadden.

We zijn nu twee jaar later – ze zijn ondertussen ook alweer gedropt door Warner – en daar is ‘1000 Palms’. Wat meteen opvalt aan deze plaat, is dat het angstige en hoekige van ‘Pythons’ achterwege is gebleven en dat Pitts en zijn maats terug proberen te keren naar de springerige tempowissels en de joie de vivre van het debuut. Maar wie de teksten erop nakijkt, merkt al snel dat het verbale mijlenver afstaat van de muziek.

Grand Inquisitor opent aarzelend. Een zweverige synth ruimt baan voor een razend invallende band, die op haar beurt plaats maakt voor een kalmer refrein. “It’s us and them again”, zingt Pitts en daarmee geeft hij meteen aan dat de plooien nog lang niet allemaal zijn gladgestreken.

Wat volgt is een goede tot uitstekende eerste helft van het album. De twangy surfgitaar van Island roept een feest op het strand op, waarbij Pitts met zijn uitroepen dat hij het allemaal niet meer weet, die ene kerel met een bad trip is. De puike single I Can’t Explain kende u al; en in Feast Famine gaat het van: “Sometimes I feel lost and lonely in my skin/ [...] Sometimes I feel out of touch with myself”, maar aan het vrolijk huppelende ritme zult u zulke gemoedstoestand niet gauw kunnen afleiden.

Het mag duidelijk zijn dat ‘1000 Palms’ een verwerkingsplaat is geworden. Niets mis mee, ware het niet dat alles na Point Of No Return (nomen est omen?) in elkaar zakt. Niet dat er echte stinkers tussen zitten, maar de punch ontbreekt. Je krijgt de indruk dat je alles al eens eerder hebt gehoord – het kleeft niet aan de ribben.

In de akoestische afsluiter NW Passage luidt het: “Now we have found our north west passage.” We hopen oprecht dat de band met deze plaat de uitweg heeft gevonden en zich weer volop kan richten op het inlossen van de verwachtingen die ze enkele jaren geleden voor zichzelf heeft geschapen. Lang geen slechte plaat, maar er zit meer in deze heren.

23 juni 2015
Andreas Hooftman