SUUNS - Images Du Futur
Secretly Canadian
Ideaal voor de iPodgeneratie was onze conclusie van het schitterende optreden dat SUUNS in 2011 in de Botanique gaf. En als we er nu ‘Images Du Futur’ op na luisteren is er nog niet zo veel veranderd. Gelukkig maar.

Want Underworld en (in mindere mate) Health zijn echt nog niet zo’n gekke referenties waar het deze Canadezen aangaat. Luister maar naar 2020. Donkere beats en bijhorende bassen lijken het nummer wel door een te krappe opening te willen duwen en de gitaar heeft het daar bijzonder moeilijk mee. Het resultaat is als nagels op een schoolbord. Rillingen over je rug zijn het gevolg.
Ook Bambi doet ons spontaan denken aan vroege Underworld, maar dan toch met een iets grotere rol voor de gitaar van Shermie. Het resultaat is zowel dansbaar als rockend. En vooral: het klinkt fantastisch.
Maar het zijn niet altijd de beats die de bovenmaat voeren. In opener Powers Of Ten regeert de gitaar met harde hand en zingt Ben Shermie door zijn tanden, zoals dat ook bij Brakes wel eens het geval is. Drie minuten lang worden de gitaren geteisterd, elk ander instrument tot achtergrond veroordelend. En de luisteraar is meteen klaar voor een klein uurtje superieure muziek.
Hoogtepunten zijn de twee uitersten van de plaat. Het instrumentale titelnummer is een atypische oefening voor de band, die eerder iets weg heeft van een soundscape, maar die drie-en-een-halve minuut bijzonder onderhoudende muziek oplevert. En dan is er nog de gitaarrock van Mirror Mirror, die na traag op gang te komen, aan snelheid wint en, net als deze plaat eigenlijk, niet meer loslaat. Af en toe houden de drums de adem in om dan met nog meer kracht terug te keren. En dan slaat de song als een meteoriet door je damprking om een spoor van vernieling tussen je oren achter te laten.
Dat tandengeknars waarvan eerder al sprake, is net als de combinatie van elektronica en gitaren, zo’n beetje het handelsmerk van SUUNS. Shermie doet het op zoete wijze (Minor Work) of hij neemt je mee door Edie’s Dream, alsof je het zo voor je ziet afspelen. Hij kan dus echt wel zingen, zonder een hoogvlieger van het genre Jeff Buckley te zijn.
Uiteindelijk sluit de plaat af met het prachtige Music Won’t Save You. Alsof we dat nog niet wisten. Maar muziek kan troost bieden, emoties opwekken, je laten voelen dat je leeft. Hier gebeurt dat met bedwelmende beats en elektronica van Max Henry en die mistige stem van Shermie.
In mei staat de band in de Botanique. Ongetwijfeld weer voer voor wie zijn elektronica graag met gitaren doorkliefd ziet worden. En voor ons uiteraard.