The Acorn - No Ghost
Bella Union
Dat de heren van Elbow wel eens dwepen met het Canadese The Acorn is niet verwonderlijk. De appel valt namelijk niet ver van de boom. Maar dat ook überhipperd en hiphopgrootmeester met een neus voor knappe muziek, Kanye West, zichzelf al twee jaar fan van deze folkies verklaart doet wel even raar opkijken. Wij kunnen hun mening alleen maar delen. Met hun vorige ‘Glory Hope Mountain’ visten ze twee jaar geleden uit dezelfde vijver als Fleet Foxes. Maar nu staat The Acorn er, in tegenstelling met dat andere succesvolle folkgezelschap, reeds met een opvolger. Waar het ingetogen ‘Glory Hope Mountain’ zachtjes bleef hangen, klinkt ‘No Ghost’ hier en daar een stuk robuuster.

In de zomer van 2009 isoleerde de groep zich enkele maanden in een cottage ergens in het afgelegen gedeelte van Noord-Quebec. Een manier van werken die resulteerde in nachtelijke jamsessies en moeizame ochtenden. Dat verklaart misschien het iets ruwere randje van ‘No Ghost’. Opener Cobbled from Dust klinkt behoorlijk spitsvondig waardoor de nieuwsgierigheid naar meer meteen aangewakkerd wordt. Dat spitsvondige duikt hier en daar nog op in Restoration, I Made The Law en titeltrack No Ghost, meestal aangescherpt met gierende gitaren, roffelende drumplofjes en hier en daar zelfs scherpe vioolsneren.
Dat scherpe randje staat The Acorn niet slecht. Ze gaan daardoor meteen meer richtingen uit met hun muziek, waardoor dat voorvoegseltje 'folk' hier en daar zelfs niet meer van toepassing lijkt te zijn. De stemmetjes op Bobcat Goldwraith klinken dan weer wel mooi folky en synchroon terwijl de melodie fijntjes alle andere kanten uitspringt.
Een soortgelijke muziekexplosie hoor je ook in Crossed Wires. De zang gaat een beetje de sombere kant op, maar de melodie is des te energieker. En zo slaagt de groep er steeds in om mooi te balanceren tussen verschillende muziekstijlen zonder ook maar te veel over te hellen naar de ene of gene zijde. Ook dat ingetogene wat op ‘Glory Hope Mountain’ zo vaak aan de oppervlakte kwam, hebben ze niet helemaal overboord gegooid. On The Line laat zachtjes meewiegen en klinkt zo romantisch en breekbaar dat het toch eventjes doet slikken.
Maar het echte pronkstuk behouden ze tot het einde. Kindling To Cremation heeft in kleine mate zowat alle elementen waarmee de voorgaande songs opgebouwd zijn. Een gezonde scheut somberheid, het fabelachtige getokkel in combinatie met zoete achtergrondstemmetjes, zacht drumgeroffel met een beetje feedbackfuzz, allemaal prachtig aangevoerd door harmonieus gitaargetokkel. Alles wat een song nodig heeft om een pareltje te worden. En ook alles wat The Acorn nodig heeft om trots te mogen zijn op een charmant plaatje als ‘No Ghost’.